Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
- een psychologisch rapport Pro Justitia van 3 juli 2018, opgemaakt door [naam 1], GZ-psycholoog;
- een psychiatrisch rapport Pro Justitia van 29 juni 2018, opgemaakt door [naam 2], kinder- en jeugdpsychiater;
- reclasseringsadviezen van Reclassering Nederland van 19 juli 2018, 3 januari 2019 en 8 augustus 2019;
Vorderingen benadeelde partijen
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
Benadeelde partij [slachtoffer 4]
Benadeelde partij Cafetaria [cafetaria] ([VOF])
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering tenuitvoerlegging
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden.
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
algemene voorwaardendat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
bijzondere voorwaardendat de verdachte:
- zich meldt binnen twee werkdagen nadat verdachte het onvoorwaardelijk strafdeel heeft ondergaan bij de Reclassering Nederland, locatie [adres] (telefoonnummer [telefoonnummer]) of nader te noemen locatie. Verdachte meldt zich zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- meewerkt aan ambulante behandeling door de (forensische) GGZ, Jeugdpoli van De Waag of nader te noemen instelling, voor zover de reclassering dat in overleg met bedoelde instelling noodzakelijk acht, waarbij verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- verblijft in een nader te bepalen instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering, zo lang als de reclassering dat nodig acht. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- geen alcohol of drugs gebruikt en meewerkt aan controle op deze verboden. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest);
- verleent zijn volledige medewerking aan het verkrijgen van overzicht in zijn schulden en openstaande boetes/schadevergoedingen en werkt mee aan de aflossing daarvan. Wanneer de reclassering dat nodig acht, werkt verdachte mee aan budgetbeheer en/of bewindvoering;
- zich inspant om werk te vinden. Indien nodig werkt verdachte mee aan begeleiding door het Jongerenloket en/ of nader te noemen instelling voor re-integratie;
€ 1.817,75 (duizend achthonderdzeventien euro en vijfenzeventig cent), bestaande uit € 17,75 (zeventien euro en vijfenzeventig cent) aan materiële schade en € 1.800,00 (duizend achthonderd euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening.
€ 1.817,75 (duizend achthonderdzeventien euro en vijfenzeventig cent), bestaande uit € 17,75 (zeventien euro en vijfenzeventig cent) aan materiële schade en € 1.800,00 (duizend achthonderd euro) aan immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
28 (achtentwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schade-vergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
materiële schadeop
immateriële schadeop 25 september 2018.
€ 1.800,00 (duizend achthonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.800,00 (duizend achthonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
28 (achtentwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 1.600,00 (duizend zeshonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.600,00 (duizend zeshonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
26 (zesentwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 2.227,98 (tweeduizend tweehonderdzevenentwintig euro en achtennegentig cent), bestaande uit € 427,98 (vierhonderdzevenentwintig euro en achtennegentig cent) aan materiële schade en € 1.800,00 (duizend achthonderd euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening.
€ 2.227,98 (tweeduizend tweehonderdzevenentwintig euro en achtennegentig cent), bestaande uit € 427,98 (vierhonderdzevenentwintig euro en achtennegentig cent) aan materiële schade en € 1.800,00 (duizend achthonderd euro) aan immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
32 (tweeëndertig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
materiële schadeop:
immateriële schadeop 25 september 2018.
€ 480,00 (vierhonderdtachtig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 480,00 (vierhonderdtachtig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.