Op 7 augustus 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Haarlem, dat op 14 november 2018 was gewezen. De zaak betreft een verkeersdelict waarbij de verdachte werd beschuldigd van het overtreden van artikel 62, bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. De overtreding vond plaats op 21 juni 2018 te Schiphol-Rijk, gemeente Haarlemmermeer. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 750,00 en 15 dagen hechtenis. Daarnaast is de verdachte voor de duur van 2 jaren ontzegd de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen. De bijkomende straf van ontzegging zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De relevante wettelijke voorschriften die zijn toegepast zijn onder andere de artikelen 62 en 92 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, alsook artikelen uit het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft de wettelijke voorschriften toegepast zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde. De uitspraak is gedaan door mr. G. Oldekamp, in bijzijn van griffier C.N. Aalders.