ECLI:NL:GHAMS:2019:3145

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 augustus 2019
Publicatiedatum
28 augustus 2019
Zaaknummer
23-001384-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake vernieling en drugsmisbruik

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 17 april 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1979, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld voor het vernielen van een zijspiegel van een personenauto en het bezit van 41,1 gram heroïne. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de strafoplegging. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken. Het hof heeft de straf herzien en een taakstraf van 80 uren opgelegd, waarbij het hof rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte, die suikerziekte heeft. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte geen eerdere strafrechtelijke veroordelingen had en heeft de taakstraf als passend en geboden beschouwd. De beslissing van het hof is genomen na zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van de zaak, en de relevante wettelijke voorschriften zijn toegepast zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001384-18
datum uitspraak: 7 augustus 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 17 april 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13‑026820-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
adres volgens opgave verdachte ter terechtzitting in hoger beroep: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 24 juli 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep met uitzondering van de strafoplegging. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 en 2 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie weken.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft de auto van aangeefster beschadigd door één van de zijspiegels te vernielen. Door op deze wijze te handelen, heeft de verdachte overlast en schade veroorzaakt en heeft hij er blijk van gegeven geen respect te hebben voor andermans eigendommen.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van 41,1 gram heroïne. Harddrugs vormen een ernstig gevaar voor de volksgezondheid en het gebruik ervan is bezwarend voor de samenleving, niet in de laatste plaats vanwege de daarmee gepaard gaande criminaliteit.
Gelet op de LOVS-oriëntatiepunten en wat het hof in vergelijkbare zaken heeft opgelegd, ziet het hof gronden om de verdachte een taakstraf op te leggen. Het hof heeft rekening gehouden met het feit dat de verdachte suikerziekte heeft, maar ziet daarin geen beletsel om een taakstraf op te leggen.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 11 juli 2019 is hij niet eerder strafrechtelijk veroordeeld.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Aan de door de rechtbank toepasselijk verklaarde wettelijke voorschriften worden toegevoegd de artikelen 22c, 22d en 36f van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde gevangenisstraf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.F.E. Geerlings, mr. H.A. van Eijk en mr. M.R. Cox, in tegenwoordigheid van C.N. Aalders, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 7 augustus 2019.
Mr. M.R. Cox is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[…]