ECLI:NL:GHAMS:2019:3132
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing incidentele vordering tot opheffing van loonbeslag in civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 augustus 2019 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een incidentele vordering tot opheffing van een loonbeslag. De eiser, aangeduid als [appellant], heeft in het incident aangevoerd dat hij geen huurovereenkomst heeft gesloten met de verweerder, Stichting Bewaarder Achmea Dutch Value Added Investments, en dat er identiteitsfraude heeft plaatsgevonden. De verweerder heeft deze stellingen gemotiveerd betwist, waardoor het hof oordeelt dat hierover in de hoofdzaak moet worden beslist. Het hof verwerpt de stelling van de eiser dat er sprake is van een noodtoestand, en concludeert dat de verweerder een in redelijkheid te respecteren belang heeft bij de tenuitvoerlegging van het vonnis. De incidentele vordering van de eiser wordt afgewezen, en de beslissing over de proceskosten wordt aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. De zaak wordt verwezen naar de rol voor memorie van antwoord door de verweerder.