Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
- [minderjarige 1] (hierna: [A] );
- [minderjarige 2] (hierna: [B] ).
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de vrouw om vervangende toestemming te verlenen voor een verhuizing met haar kinderen naar de Verenigde Staten. De vrouw, die de Amerikaanse nationaliteit heeft, verzocht om deze toestemming omdat zij een financiële noodzaak zou hebben om naar de VS te verhuizen en daar een inkomen te genereren door het familiebedrijf van haar moeder over te nemen. De man, die de Nederlandse nationaliteit heeft, verzet zich tegen de verhuizing en stelt dat de kinderen in Nederland moeten blijven, waar zij hun leven en school hebben. Het hof heeft de belangen van de vrouw en de kinderen tegen elkaar afgewogen. Het hof oordeelde dat, hoewel de vrouw een zwaarwegend belang heeft bij de verhuizing, dit belang niet opweegt tegen het belang van de kinderen om in Nederland te blijven en de huidige zorgregeling voort te zetten. De kinderen zijn in Amsterdam geboren en opgegroeid en hebben een sterke band met hun vader en hun vrienden. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd en het verzoek van de vrouw afgewezen. De man had ook verzoeken ingediend in incidenteel hoger beroep, maar deze werden eveneens afgewezen. De beslissing van het hof benadrukt het belang van de stabiliteit en continuïteit in het leven van de kinderen, vooral in het licht van hun jonge leeftijd en de bestaande co-ouderschapsregeling.