ECLI:NL:GHAMS:2019:3039

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 augustus 2019
Publicatiedatum
16 augustus 2019
Zaaknummer
23-001162-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van openlijke geweldpleging en mishandeling met niet-ontvankelijkheid van benadeelde partijen in schadevergoeding

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was aangeklaagd voor openlijke geweldpleging en mishandeling, gepleegd op 8 juli 2016 te Zaandam. De tenlastelegging omvatte geweld tegen twee slachtoffers, waarbij de verdachte onder andere beschuldigd werd van het slaan en schoppen van slachtoffer 1 en het zwaaien met een mes richting slachtoffer 2. Tijdens de zitting in hoger beroep op 1 augustus 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak voor de verdachte heeft gevorderd.

Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig bewijs was voor de tenlastegelegde feiten. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. Tevens zijn de benadeelde partijen, slachtoffer 1 en slachtoffer 2, niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen tot schadevergoeding, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. De kosten werden door beide partijen gedragen. Deze uitspraak benadrukt het belang van wettig bewijs in strafzaken en de rechten van benadeelde partijen in het proces.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001162-18
datum uitspraak: 15 augustus 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 14 maart 2018 in de strafzaak onder parketnummer
15-247933-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 1 augustus 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:

1.primairhij op of omstreeks 8 juli 2016 te Zaandam, gemeente Zaanstad, openlijk, te weten op of aan de openbare weg, de Dam en/of de Zuiddijk en/of de Burcht, in elk geval op of aan een openbare weg, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1], welk geweld bestond uit:

- meermalen slaan en/of stompen in/op/tegen de neus en/of het gezicht van die [slachtoffer 1];
- meermalen schoppen tegen het lichaam van die [slachtoffer 1], terwijl die [slachtoffer 1] op de grond ligt;
- het bijten in de vinger van die [slachtoffer 1];
1. subsidiairhij op 8 juli 2016 te Zaandam [slachtoffer 1] heeft mishandeld door tegen de neus van die [slachtoffer 1] te slaan of stompen.

2.hij op of omstreeks 8 juli 2016 te Zaandam, gemeente Zaanstad, [slachtoffer 2] heeft mishandeld door met een mes in/tegen haar (rechter wijs)vinger te zwaaien en/of te steken en/of in haar richting te bewegen.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter van de rechtbank Noord-Holland.
Vordering van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte integraal zal worden vrijgesproken.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig bewezen hetgeen de verdachte onder 1 primair, 1 subsidiair en 2 is ten laste gelegd, zodat de verdachte, overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal en het verweer van de raadsman, van deze feiten moet worden vrijgesproken.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt 541,94 euro bestaande uit 191,94 euro aan materiële schade en 350,00 euro aan immateriële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van 462,94 euro bestaande uit 112,94 euro aan materiële schade en 350,00 euro aan immateriële schade. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 1 primair of het onder 1 subsidiair ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt 400,00 euro aan immateriële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep in haar geheel toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 2 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.E. Kleene-Krom, mr. M.M. van der Nat en mr. M. Senden, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Simons, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 15 augustus 2019.
[…]