Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
aanmerkelijkekans heeft aanvaard dat hij de auto zou beschadigen. De verdachte zal daarom worden vrijgesproken van hetgeen hem ten laste is gelegd.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk beschadigen van een auto op 14 augustus 2018 te Amsterdam. De tenlastelegging stelde dat de verdachte, terwijl hij dronken was, met een fiets aan het verkeer had deelgenomen en daardoor schade aan de auto van de aangever had veroorzaakt. De aangever hoorde een vallende fiets en zag de verdachte zwalkend over het trottoir lopen. Toen hij naar beneden ging, ontdekte hij dat de verdachte op de motorkap van zijn auto lag en dat de fiets tegen de auto was geplaatst. Het hof heeft echter vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte opzettelijk de schade had veroorzaakt. Het enkele feit dat de verdachte dronken was en met een fiets aan het verkeer deelnam, was niet voldoende om aan te nemen dat hij de aanmerkelijke kans had aanvaard dat hij de auto zou beschadigen. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging.
Daarnaast was er een vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke geldboete, maar deze werd afgewezen omdat de verdachte werd vrijgesproken. Ook de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan het ten laste gelegde handelen. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de kosten voor zowel de benadeelde partij als de verdachte voor eigen rekening kwamen.