Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 31 maart 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, als vreemdeling heeft verbleven, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat hij op grond van artikel 67 van de Vreemdelingenwet 2000, in elk geval op grond van enig wettelijk voorschrift, tot ongewenst vreemdeling was verklaard OF terwijl tegen hem een inreisverbod was uitgevaardigd met toepassing van artikel 66a, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000;
hij op of omstreeks 31 maart 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 489,7 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Vonnis waarvan beroep
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie ten aanzien van feit 1
Bewezenverklaring feit 2
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
geldboetevan
€ 650,00 (zeshonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
13 (dertien) dagen hechtenis.