5.5.Het hof stelt voorop dat het hier gaat om een vaststelling van partneralimentatie in het kader van voorlopige voorzieningen. Deze vaststelling heeft het karakter van een ordemaatregel, waarbij het gaat om een eventuele bijdrage voor de duur van de echtscheidingsprocedure.
Ten aanzien van de behoefte van de man overweegt het hof als volgt. Het hof zal de behoefte van de man beoordelen op basis van de door hem overgelegde behoeftelijst, nu er discussie bestaat tussen partijen over het netto gezinsinkomen. De vrouw heeft in eerste aanleg de behoefte op grond van de hofnorm betwist. De man heeft in zijn hoger beroepsschrift en verzoek voorlopige voorzieningen zijn behoefte met een behoeftelijst onderbouwd, die op verschillende punten door de vrouw is betwist. Het hof zal deze behoeftelijst hieronder puntsgewijs bespreken.
Huur en servicekosten
De man heeft een bedrag opgevoerd aan huur van € 1.125,- per maand en € 105,- per maand aan servicekosten. De vrouw heeft dit betwist en gesteld dat rekening dient te worden gehouden met een bedrag aan huur van € 600,- per maand, inclusief servicekosten.
Het hof acht het gelet op de huurprijzen in de regio redelijk rekening te houden met een bedrag aan huurlasten, inclusief servicekosten van in totaal € 1.000,- per maand.
Water en Energie
Het hof zal uitgaan van het door de man gestelde (gemiddelde) bedrag van € 124,- per maand. De vrouw heeft hier onvoldoende tegenover gesteld.
Afvalstoffenheffing
Het door de man opgevoerde bedrag van € 16,50 is door de vrouw niet, althans onvoldoende betwist, zodat het hof hiervan uit zal gaan.
Televisie/internet en telefoonabonnement
Het hof is van oordeel dat de door de man opgevoerde bedragen van respectievelijk € 65,- en € 45,- per maand gelet op de gangbare tarieven niet onredelijk hoog zijn, zodat het hof hiervan uit zal gaan.
Verzekeringen
Tussen partijen is het door de man ter zake opgevoerde bedrag van € 152,48 niet in geschil.
Huishoudelijke uitgaven: voeding, verzorging, kapper/kleding/vakantie/uitjes/cadeaus
De man voert ten aanzien van deze kosten een bedrag op van in totaal € 1.108,- per maand. De vrouw heeft alle posten in deze categorie betwist en is van mening dat met maximaal een totaal bedrag van € 412,- per maand rekening dient te worden gehouden.
Het hof acht het redelijk om ten aanzien van de huishoudelijke uitgaven rekening te houden met een bedrag van € 800,- per maand in totaal.
Auto
De man heeft ter zake een bedrag van in totaal € 295,- per maand opgevoerd, waaronder € 73,- per maand aan benzine. De vrouw heeft de kosten betwist. De man rijdt in de auto van zijn moeder en heeft al jaren geen eigen auto gehad. De vrouw meent dat uitsluitend met een bedrag van € 50,- per maand aan benzine rekening dient te worden gehouden.
Het hof overweegt dat nu de man zelf niet over een auto beschikt en gesteld noch gebleken is dat hij voor het gebruik van een auto kosten betaalt, er – in het kader van de voorlopige voorzieningen - alleen rekening wordt gehouden met de door hem gestelde kosten aan benzine van € 73,- per maand.
Het hof komt zo tot een behoefte van de man van (afgerond) € 2.276,- netto per maand.