In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1986, was eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten en had zich schuldig gemaakt aan winkeldiefstal, waarbij geweld tegen winkelpersoneel werd gebruikt. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, maar de advocaat-generaal vorderde bevestiging van dit vonnis. De raadsvrouw pleitte voor een taakstraf, verwijzend naar de geringe ernst van het feit en de positieve ontwikkelingen in het leven van de verdachte, die recentelijk hulp had gezocht om zijn leven op orde te krijgen. Het hof overwoog dat de verdachte zich in een kentering bevond en dat een (hernieuwde) vrijheidsbeneming niet wenselijk was. Het hof besloot de gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf van 60 uren en legde daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van 117 dagen op. De vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling werd afgewezen, zodat de verdachte de kans kreeg om zijn leven te verbeteren. Het hof benadrukte dat de verdachte op een kruispunt in zijn leven staat en dat hij deze kans moet aangrijpen.