ECLI:NL:GHAMS:2019:2912

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 juli 2019
Publicatiedatum
9 augustus 2019
Zaaknummer
23-004674-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis met aanvulling op strafbaarheid en strafmotivering in hoger beroep tegen poging tot diefstal

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 27 december 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in Roemenië in 1956, was in eerste aanleg veroordeeld voor poging tot diefstal. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de kwalificatie van het bewezenverklaarde. Het hof heeft de overwegingen met betrekking tot de strafbaarheid van de verdachte en de strafmotivering aangevuld.

Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep op 9 juli 2019 heeft de raadsman van de verdachte aangevoerd dat er medische stukken zijn overgelegd die mogelijk een schulduitsluitingsgrond zouden kunnen onderbouwen. Deze stukken waren echter nog niet vertaald op het moment van indienen van het appelschrift. Het hof ontving op 20 februari 2019 de vertaling van deze medische stukken, maar oordeelde dat er geen aanleiding was om een schulduitsluitingsgrond aan te nemen, aangezien de verdachte in staat was om zelfstandig naar Nederland te reizen.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte dezelfde straf opgelegd krijgt als in eerste aanleg, terwijl de raadsman verzocht om rekening te houden met de psychische beperkingen van de verdachte. Het hof oordeelde dat, gezien de ernst van het feit, een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf noodzakelijk was. De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis van de politierechter wordt vernietigd ten aanzien van de kwalificatie, maar voor de rest wordt bevestigd, met inachtneming van de aangebrachte aanvullingen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004674-18
datum uitspraak: 23 juli 2019
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 27 december 2018 in de strafzaak onder parketnummer
13-702817-18 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag] 1956,
adres: [adres]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 9 juli 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, behalve ten aanzien van de kwalificatie van het bewezenverklaarde door de politierechter – in zoverre zal het vonnis worden vernietigd – en met dien verstande dat het hof de overweging over de strafbaarheid van de verdachte en de strafmotivering aanvult.

Kwalificatie van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
poging tot diefstal, meermalen gepleegd.
Aanvullende overweging met betrekking tot de strafbaarheid van de verdachte
De raadsman heeft zich in zijn appelschriftuur van 28 december 2018 – kort gezegd – op het standpunt gesteld dat de verdediging in eerste aanleg weliswaar medische stukken heeft overgelegd waaruit zou kunnen blijken dat sprake is van een schulduitsluitingsgrond, maar dat daarop vooralsnog geen beroep wordt gedaan, omdat deze stukken op het moment van het indienen van de appelschriftuur nog niet vanuit het Roemeens naar het Nederlands zijn vertaald.
Op 20 februari 2019 heeft het hof de Nederlandse vertaling ontvangen van voornoemde medische stukken. Uit deze stukken blijkt dat sprake is van een complexe problematiek bij de verdachte. Het hof ziet in deze stukken evenwel geen aanleiding een schulduitsluitingsgrond aannemelijk te achten, reeds omdat de verdachte ondanks deze problematiek wel in staat is gebleken om zelfstandig naar Nederland af te reizen teneinde hier te komen bedelen en stelen.
Aanvullende strafmotivering
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
De raadsman heeft in zijn appelschriftuur van 28 december 2018 verzocht rekening te houden met de psychische beperkingen van de verdachte en de straf – althans het onvoorwaardelijke deel – te beperken tot de reeds door de verdachte in voorarrest uitgezeten termijn.
Gelet op de door de politierechter overwogen ernst van het feit, kan – naar het oordeel van het hof – niet worden gekomen tot een andere straf dan een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf van enige duur.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 45, 57 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de kwalificatie van het bewezenverklaarde en doet in zoverre opnieuw recht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het voorgaande.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C. Fetter, mr. M.M. van der Nat en mr. M.J. Dubelaar, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Simons, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 23 juli 2019.
Mr. C. Fetter en mr. M.J. Dubelaar zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.
=========================================================================
[…]