Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant] ,
1.[X] N.V.,
[geïntimeerde sub 2],
[geïntimeerde sub 3],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“Resumerend, wij zijn bereid om de termijn waarin u uw pand zelf kunt verkopen te verlengen tot 1 maart 2015 onder de volgende voorwaarden:
• Uitstel van aflossing wordt verleend tot 1 maart 2015.
• (…)
Indien u akkoord gaat met de gestelde voorwaarden dan ontvangen wij graag een getekend exemplaar retour.
(…)”
“Op grond van het voorgaande ziet cliënte geen andere weg om aflossing van haar vordering op u te verkrijgen dan via executieverkoop van de betreffende onroerende zaak. Nader uitstel kan cliënte u daarom niet meer verlenen. Uitsluitend een onderhandse verkoop die op (zeer) korte termijn resulteert in een integrale aflossing van de vordering op ING op u is reden om het inmiddels gestarte executietraject te staken.”
“(…) Uw berichten van 4 en 13 december 2014 over de verkoop van het pand aan [Y] en aan [A] boden cliënte onvoldoende zekerheid dat per 31 december 2014, dan wel per 1 maart 2015, haar vordering zou worden voldaan. (…) Op 21 januari 2015 berichtte de door u ingeschakelde notaris van Metis Notarissen cliënte over de bij hen in behandeling zijnde verkoopovereenkomst. Gelet op (…) uw uitdrukkelijke weigering om inzicht te (doen) geven in de onderhandse verkoop (…) heeft cliënte besloten om de executieveiling niet te staken of opnieuw te schorsen. (…)”