Uitspraak
mr. S. Maachite Amsterdam,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 juli 2019 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding, waarin de vader van de minderjarige [kind B] vervangende toestemming vroeg om met zijn kind op vakantie te gaan naar Marokko en Spanje. De vader was in hoger beroep gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam, die op 5 juli 2019 de vordering van de vader had afgewezen. De vader stelde dat hij en [kind B] belang hadden bij de reis, vooral omdat de gezondheid van de 94-jarige grootmoeder van [kind B] verslechterde. De moeder had geen toestemming gegeven voor de reis en was niet verschenen in de procedure. Het hof overwoog dat het belang van het kind voorop staat en dat de vader voldoende had aangetoond dat de reis in het belang van [kind B] was. Het hof vernietigde het vonnis van de voorzieningenrechter en verleende de vader vervangende toestemming om van 30 juli tot en met 25 augustus 2019 met [kind B] naar Marokko en Spanje te reizen. Tevens werd de moeder veroordeeld om haar medewerking aan de reis te verlenen, op straffe van een dwangsom. De kosten van het geding in hoger beroep werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.