Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Tenlasteleggingen
hij op of omstreeks 26 mei 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, zijn echtgenoot, [naam 3], heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit het eenmaal of meermalen (met kracht) slaan/stompen in/op/tegen het gezicht/hoofd, in elk geval het lichaam van voornoemde [naam 3].
hij op of omstreeks 19 mei 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, zijn echtgenoot, [naam 3], heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit het eenmaal of meermalen (met kracht) slaan/stompen in/op/tegen het gezicht/hoofd, in elk geval het lichaam van voornoemde [naam 3].
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 mei 2017 tot en met 26 mei 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, (telkens) [naam 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of verkrachting, door die [naam 3] (telkens) dreigend de woorden toe te voegen: "Ik steek het huis in de fik als jullie nu de deur niet voor mij open doen, ik maak jullie dood".
hij op of omstreeks 20 november 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk [naam 3] heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit het eenmaal of meermalen (met kracht) slaan/stompen in/tegen het gezicht/hoofd, in elk geval tegen het lichaam van voornoemde [naam 3].
hij op of omstreeks 20 november 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, in het bezit was van een Roemeens rijbewijs, in elk geval van een reisdocument, waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het vals of vervalst was, bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat het voornoemde rijbewijs was voorzien van een goedgelijkende foto en/of persoonsgegevens van hem, verdachte, terwijl de achtergrondbedrukking middels printtechniek was aangebracht (namelijk middels een inkjet printer).
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
hij op 26 mei 2017 te Amsterdam zijn echtgenoot, [naam 3], heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit het meermalen stompen in het gezicht van [naam 3].
hij op 19 mei 2017 te Amsterdam zijn echtgenoot, [naam 3], heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit het meermalen stompen in het gezicht van [naam 3].
hij in de periode van 24 mei 2017 tot en met 26 mei 2017 te Amsterdam [naam 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door die [naam 3] dreigend de woorden toe te voegen: “Ik steek het huis in de fik als jullie nu de deur niet voor mij open doen, ik maak jullie dood”.
hij als degene die als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Amsterdam op de Amstelkade op 30 mei 2017 de plaats van het ongeval heeft verlaten terwijl bij dat ongeval, naar hij wist, aan [naam 4] schade was toegebracht.
hij op 10 maart 2017 te Amsterdam [naam 5] heeft mishandeld door [naam 5] tegen een been te trappen en in het gezicht te stompen.
hij op 20 november 2017 te Amsterdam opzettelijk [naam 3] heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit het meermalen met kracht stompen in het gezicht van [naam 3].
hij op 20 november 2017 te Amsterdam in het bezit was van een Roemeens rijbewijs waarvan verdachte wist dat het vals was, bestaande die valsheid hierin dat de achtergrondbedrukking van het rijbewijs middels printtechniek was aangebracht, namelijk middels een inkjet printer.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
A onder 1 en 2bewezenverklaarde levert
telkensop:
zaak A onder 3bewezenverklaarde levert op:
zaak A onder 4bewezenverklaarde levert op:
zaak A onder 5 en zaak B onder 1bewezenverklaarde levert
telkensop:
zaak B onder 2bewezenverklaarde levert op:
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [naam 5]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
300 (driehonderd) dagen.
91 (éénennegentig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 200,00 (tweehonderd euro)ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de
wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 200,00 (tweehonderd euro)als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
4 (vier) dagen hechtenis, vermeerderd met de
wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
10 maart 2017.