Uitspraak
[verdachte]
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vordering van het openbaar ministerie
Vrijspraak
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
BESLISSING
spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1986, was beschuldigd van mishandeling van een slachtoffer op of omstreeks 15 april 2017 in Amsterdam. De tenlastelegging omvatte het slaan en schoppen van het slachtoffer, wat leidde tot een vordering tot schadevergoeding van € 919,50 door de benadeelde partij. Tijdens de zitting in hoger beroep op 23 mei 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak voor de verdachte heeft gevorderd en de benadeelde partij niet ontvankelijk wilde verklaren in de vordering tot schadevergoeding.
Het hof heeft geconcludeerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de beschuldigingen van mishandeling te ondersteunen. Hoewel uit de processtukken bleek dat de verdachte de aangever een klap op zijn helm had gegeven, was er geen bewijs dat dit letsel of gezondheidsschade had veroorzaakt. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging.
De benadeelde partij, die in eerste aanleg een vordering tot schadevergoeding had ingediend, werd niet-ontvankelijk verklaard in deze vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken. Het hof heeft bepaald dat de kosten voor zowel de benadeelde partij als de verdachte voor eigen rekening komen. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces.