ECLI:NL:GHAMS:2019:2746
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders inzake klacht tegen gerechtsdeurwaarders
In deze zaak gaat het om een klacht van klagers tegen een gerechtsdeurwaarder en een voormalig toegevoegd gerechtsdeurwaarder. De kamer heeft in haar beslissing het verzet van klagers tegen een eerdere beslissing van de voorzitter van de kamer, waarbij de klacht als kennelijk ongegrond was afgewezen, deels ongegrond en deels gegrond verklaard. Klagers hebben op 30 januari 2019 een beroepschrift ingediend tegen deze beslissing. Het hof heeft de ontvankelijkheid van klagers in hun hoger beroep beoordeeld tijdens een openbare zitting op 16 mei 2019. Klagers zijn niet tijdig in hoger beroep gegaan, aangezien het beroepschrift pas op 30 januari 2019 is ingediend, terwijl de termijn op 28 januari 2019 eindigde. Het hof heeft geoordeeld dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is en dat het beroepschrift bovendien niet met redenen is omkleed, zoals vereist door de Gerechtsdeurwaarderswet. Hierdoor zijn klagers niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep. Het hof heeft voorts overwogen dat, zelfs als klagers ontvankelijk zouden zijn, het hoger beroep slechts had kunnen worden beoordeeld ten aanzien van klachtonderdeel f, aangezien de andere klachtonderdelen door de kamer ongegrond waren verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken op 18 juni 2019.