ECLI:NL:GHAMS:2019:272

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 februari 2019
Publicatiedatum
6 februari 2019
Zaaknummer
200.204.603/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van N.V. ADO Den Haag

Op 6 februari 2019 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak van N.V. ADO Den Haag. Deze beschikking volgde op een eerder bevel van de Ondernemingskamer van 19 december 2016, waarin een onderzoek werd bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ADO. In dat kader werd ook een aantal onmiddellijke voorzieningen getroffen, waaronder de schorsing van de voorzitter van de raad van commissarissen van ADO en de benoeming van een nieuwe voorzitter.

In de maanden die volgden, hebben verschillende partijen, waaronder ADO zelf, aangegeven dat de verhoudingen binnen de raad van commissarissen en de algemene vergadering van aandeelhouders waren hersteld. ADO verzocht de Ondernemingskamer om het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen. Dit verzoek werd gesteund door andere betrokken partijen, waaronder de advocaten van United Vansens International Sports Co., Ltd. en Haaglandse Football Club ‘Alles Door Oefening Den Haag’.

De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen bezwaren zijn ontvangen tegen het beëindigingsverzoek en dat er geen belangen zijn die zich tegen de toewijzing van het verzoek verzetten. Daarom heeft de Ondernemingskamer besloten het verzoek van ADO in te willigen en het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen, met ingang van de datum van de beschikking. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.204.603/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 6 februari 2019
inzake
de naamloze vennootschap
N.V. ADO DEN HAAG,
gevestigd te Den Haag,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. P.D. Oldenen
mr. R.M. Woudenberg,
beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de vennootschap naar buitenlands recht
UNITED VANSEN INTERNATIONAL SPORTS CO., LTD,
kantoorhoudende te Beijing, Volksrepubliek China,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. M.H.C. Sinninghe Damstéen
mr. A. Attaïbi,
beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
2. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE DEN HAAG,
zetelend te Den Haag,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. R. van de Klashorsten
mr. A.R. de Jonge,
beiden kantoorhoudende te Den Haag,
e n t e g e n
3. de vereniging
HAAGLANDSE FOOTBALL CLUB ‘ALLES DOOR OEFENING DEN HAAG’,
gevestigd te Den Haag,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. J.H. Lemstra,
beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

4 [A] ,

wonende te [....] ,
5.
[B],
wonende te [....] ,
6.
[C],
wonende te Doorn,
7.
[D],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. R.C. de Molen
mr. D.C. Buijs,
beiden kantoorhoudende te Den Haag.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zullen partijen als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster als ADO;
  • belanghebbende sub 1 als UVS;
  • belanghebbende sub 3 als HFC.
1.2
Bij beschikking van 19 december 2016 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ADO en een nader aan te wijzen persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, en bij wijze van onmiddellijke voorzieningen Hui Wang geschorst als voorzitter (niet tevens als lid) van de raad van commissarissen van ADO, mr. B.F.M. Knüppe benoemd als voorzitter van de raad van commissarissen van ADO met beslissende stem alsmede bepaald dat alle door UVS gehouden aandelen in het geplaatste kapitaal van ADO ten titel van beheer zijn overgedragen aan mr. J.A. van der Have.
1.3
Bij faxbericht van 25 januari 2019 heeft mr. Woudenberg namens ADO de Ondernemingskamer bericht dat het functioneren van de raad van commissarissen en de algemene vergadering van aandeelhouders van ADO thans is hersteld zodat wordt verzocht het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen.
1.4
Bij e-mailberichten van 28 januari 2019 hebben Knüppe en Van der Have de Ondernemingskamer laten weten het beëindigingsverzoek te steunen.
1.5
Bij e-mailbericht van 29 januari 2019 zijn partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het beëindigingsverzoek.
1.6
Bij e-mailbericht van 1 februari 2019 hebben mr. Sinninghe Damsté en mr. Attaïbi namens UVS de Ondernemingskamer bericht het beëindigingsverzoek te steunen.
1.7
Bij e-mailbericht van 5 februari 2019 heeft mr. Lemstra namens HFC medegedeeld in te stemmen met de beëindiging van de procedure.
1.8
Van de overige partijen heeft de Ondernemingskamer geen reactie ontvangen.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Nu verzoekster heeft gesteld dat de verhoudingen binnen de raad van commissarissen en de algemene vergadering van aandeelhouders zijn hersteld, er geen bezwaren zijn ontvangen tegen het verzoek tot beëindiging van het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen en de Ondernemingskamer voorts niet is gebleken van enig belang dat zich tegen de toewijzing van het verzoek verzet, zal de Ondernemingskamer het verzoek inwilligen aldus dat zij het bij beschikking van 19 december 2016 bevolen onderzoek en de bij die beschikking getroffen onmiddellijke voorzieningen zal beëindigen, een en ander met ingang van heden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden het bij haar beschikking van 19 december 2016 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van N.V. ADO Den Haag, gevestigd te Den Haag alsmede de bij die beschikking getroffen onmiddellijke voorzieningen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. J. den Boer en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en dr. P.M. Verboom en prof. dr. mr. S. ten Have RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Prins, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 6 februari 2019.