Op 6 februari 2019 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak van N.V. ADO Den Haag. Deze beschikking volgde op een eerder bevel van de Ondernemingskamer van 19 december 2016, waarin een onderzoek werd bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ADO. In dat kader werd ook een aantal onmiddellijke voorzieningen getroffen, waaronder de schorsing van de voorzitter van de raad van commissarissen van ADO en de benoeming van een nieuwe voorzitter.
In de maanden die volgden, hebben verschillende partijen, waaronder ADO zelf, aangegeven dat de verhoudingen binnen de raad van commissarissen en de algemene vergadering van aandeelhouders waren hersteld. ADO verzocht de Ondernemingskamer om het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen. Dit verzoek werd gesteund door andere betrokken partijen, waaronder de advocaten van United Vansens International Sports Co., Ltd. en Haaglandse Football Club ‘Alles Door Oefening Den Haag’.
De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen bezwaren zijn ontvangen tegen het beëindigingsverzoek en dat er geen belangen zijn die zich tegen de toewijzing van het verzoek verzetten. Daarom heeft de Ondernemingskamer besloten het verzoek van ADO in te willigen en het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen, met ingang van de datum van de beschikking. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.