ECLI:NL:GHAMS:2019:2701
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van curatoren voor geleden schade en de rol van redelijkheid en billijkheid in civiele procedures
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de aansprakelijkheid van niet-professionele curatoren voor schade die is geleden door hun curandus, [geïntimeerde]. De curatoren, [appellant sub 1] en [appellante sub 2], zijn in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarin zij gedeeltelijk aansprakelijk zijn gesteld voor schade die [geïntimeerde] heeft geleden. De curatoren hebben de kosten van zorg en begeleiding betaald vanuit het persoonsgebonden budget (PGB) van [geïntimeerde], maar na wijziging van het indicatiebesluit door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) zijn deze kosten niet meer vergoed. Het Zorgkantoor heeft vervolgens bedragen teruggevorderd van [geïntimeerde], wat heeft geleid tot deze procedure.
De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis geoordeeld dat de curatoren niet hebben gehandeld zoals een goed curator betaamt, en heeft hen veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan [geïntimeerde]. De curatoren zijn in hoger beroep gegaan, waarbij zij de vernietiging van het vonnis vorderen en de afwijzing van de vorderingen van [geïntimeerde]. In incidenteel hoger beroep heeft [geïntimeerde] een grief ingediend tegen de wijze van vaststelling van de schadevergoeding.
Het hof heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten, waarbij partijen de gelegenheid krijgen om hun standpunten verder toe te lichten en te proberen tot een minnelijke regeling te komen. De comparitie zal plaatsvinden onder leiding van raadsheer-commissaris mr. H.A. van den Berg. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden, in afwachting van de uitkomst van de comparitie.