ECLI:NL:GHAMS:2019:2688
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.J.M. Smit
- E.M. Polak
- L.J. van Die
- Rechtspraak.nl
Huur woonruimte; ontbinding en ontruiming na betalingsachterstand
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, ging het om een hoger beroep van Woningstichting Eigen Haard tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een huurgeschil waarbij Eigen Haard ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de huurders vorderde vanwege een forse betalingsachterstand. Het hof had eerder op 30 april 2019 een tussenarrest uitgesproken en in dit arrest werd de verdere beoordeling van de zaak voortgezet. De huurders, aangeduid als [geïntimeerden], hadden inmiddels voldaan aan het bestreden vonnis, wat door Eigen Haard werd erkend. Het hof oordeelde dat, hoewel er een aanzienlijke huurachterstand was ten tijde van het bestreden vonnis, er geen aanleiding was om de vordering tot ontbinding en ontruiming toe te wijzen, omdat de huurders aan hun verplichtingen hadden voldaan en er een nieuwe procedure tegen hen was aangespannen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en verklaarde de huurders niet-ontvankelijk in hun reconventionele vordering. Eigen Haard werd verwezen in de kosten van het principale appel, terwijl de huurders in de kosten van het incidentele appel werden verwezen.