ECLI:NL:GHAMS:2019:2678
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de uitleg van het splitsingsreglement en de afrekening van stookkosten binnen een Vereniging van Eigenaren
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Vereniging van Eigenaren (VvE) tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De VvE is in hoger beroep gekomen van een vonnis waarin werd geoordeeld dat het door de VvE gehanteerde systeem van afrekening van stookkosten in strijd is met het splitsingsreglement. De VvE heeft vier grieven aangevoerd, terwijl Jomo B.V. in incidenteel appel drie grieven heeft ingediend. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de VvE nieuwe afrekeningen moest vaststellen over de jaren 2010 tot en met 2015 en dat zij het teveel betaalde aan Jomo moest terugbetalen. De VvE betoogt in hoger beroep dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het afrekensysteem in strijd is met het splitsingsreglement en dat Jomo ongerechtvaardigd zou worden verrijkt door terugbetaling van het verschil in stookkosten. Het hof oordeelt dat de uitleg van het splitsingsreglement door de rechtbank juist is en dat de VvE niet kan volhouden dat Jomo ongerechtvaardigd wordt verrijkt. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt de VvE om binnen twee maanden de afrekeningen voor de jaren 2016 en 2017 vast te stellen en het verschil in stookkosten aan Jomo te vergoeden, vermeerderd met wettelijke rente. De VvE wordt ook veroordeeld in de proceskosten van het principaal appel, terwijl Jomo in de kosten van het incidenteel appel wordt veroordeeld.