ECLI:NL:GHAMS:2019:2670

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 juli 2019
Publicatiedatum
24 juli 2019
Zaaknummer
200.117.790/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de zeggenschap en afspraken rondom commercieel radiostation Radio Decibel

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een geschil tussen [X] c.s. en [Y] c.s. over de zeggenschap en gemaakte afspraken rondom het commercieel radiostation Radio Decibel. De zaak is ontstaan uit een conflict over de samenwerking tussen de partijen, waarbij [X] c.s. stelt dat er afspraken zijn gemaakt over de exploitatie van Radio Decibel en Radio Unique in gezamenlijke vennootschappen. Het hof heeft eerder een tussenarrest uitgesproken waarin [X] c.s. is toegelaten tot het bewijs van zijn stelling dat er een overeenkomst tot stand is gekomen. In de procedure zijn verschillende getuigen gehoord die verklaringen hebben afgelegd over de gesprekken en afspraken tussen [X] en [Y]. Het hof heeft vastgesteld dat er in juli 2008 onderhandelingen zijn gestart en dat er in oktober 2008 een concept notariële akte is opgesteld voor de oprichting van een nieuwe vennootschap. De getuigenverklaringen wijzen erop dat er een samenwerking is beoogd, maar [Y] c.s. heeft later de samenwerking beëindigd en is zelfstandig verder gegaan met de exploitatie van de radiostations. Het hof concludeert dat het bewijs is geleverd dat de door [X] c.s. gestelde overeenkomst tot stand is gekomen, en verwijst de zaak naar de rol voor verdere aktes.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team 1
zaaknummer : 200.117.790/01
zaak/rolnummer rechtbank Amsterdam : 458805 / HA ZA 10-1526
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 23 juli 2019
inzake

1.[X] ,

wonend te [woonplaats] ,
hierna ook: [X]
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEDIA
HOLDING B.V.,
hierna ook: EMH
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[X] MEDIA
PRODUCTIONS B.V.,
hierna ook: EMP
appellanten, hierna ook gezamenlijk: [X] c.s. (in mannelijk enkelvoud)
advocaat: mr. M. Bunders te Amsterdam,
tegen

1.[Y] ,

wonend te [woonplaats] ,
hierna: [Y] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TOPPOT B.V.,gevestigd te Amsterdam,
hierna: Toppot,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOOMERANG HOLDING B.V.,gevestigd te Amsterdam,
hierna: Boomerang,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DECIBEL RADIO FORMATS B.V.,gevestigd te Amsterdam,
hierna: DRF,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DECIBEL SALES B.V.,gevestigd te Amsterdam,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DECIBEL PRODUCTIONS B.V.,gevestigd te Amsterdam,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
YOUNG CITY MEDIA B.V.,gevestigd te Amsterdam,
hierna: YCM,
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DUTCH MEDIA INVESTMENTS B.V.,gevestigd te Amsterdam,
9. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[Z] MEDIA HOLDING B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
10.
[Z] ,wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden, hierna ook gezamenlijk: [Y] c.s. (in mannelijk enkelvoud)
advocaat: mr. A. Gabel te Tiel.

1.Verder verloop van het geding

In deze zaak heeft het hof op 7 oktober 2014 een tussenarrest uitgesproken. Voor het verloop van het geding tot die datum wordt verwezen naar dat arrest.
Ingevolge het tussenarrest heeft [X] c.s. op 5 maart 2015, 11 mei 2015, 12 november 2015, 25 januari 2016, 3 oktober 2016 en 6 oktober 2016 in totaal negen getuigen doen horen, waarna [Y] c.s. op 1 december 2016 één getuige heeft doen horen. De daarvan opgemaakte processen-verbaal zijn bij de gedingstukken gevoegd.
[X] c.s. heeft een memorie na enquête genomen, en daarbij nog bewijsstukken in het geding gebracht.
[Y] c.s. heeft eveneens een memorie na enquête genomen, met producties.
Vervolgens hebben partijen elk nog een akte genomen, waarbij [X] c.s. een productie in het geding heeft gebracht.
Ten slotte hebben partijen wederom arrest gevraagd.

2.Verdere beoordeling

2.1
Dit geschil ziet, zeer kort samengevat, op een conflict over de zeggenschap over een commercieel radiostation, Radio Decibel, en de in dat kader al dan niet gemaakte afspraken; [X] c.s. vordert (een voorschot op) schadevergoeding en verklaringen voor recht omtrent merken, met enige nevenvorderingen.
2.1.1
[X] c.s. stelt zich ter onderbouwing van zijn vordering op het standpunt dat tussen [X] en [Y] de afspraak is gemaakt dat zij de radiozenders Radio Decibel en Radio Unique in gezamenlijke vennootschappen zouden exploiteren en dat [Y] c.s. te kort is geschoten in de nakoming van die afspraak. [X] heeft deze afspraken gemaakt mede in zijn hoedanigheid van bestuurder van EMH en EMP met [Y] in persoon en in zijn hoedanigheid van (indirect) bestuurder van de geïntimeerden 2 tot en met 7. Laatstgenoemde vennootschappen hebben bewust geprofiteerd van het tekortschieten van [Y] c.s., aldus [X] c.s.
2.1.2
In het tussenarrest is vastgesteld dat de grieven 2 tot en met 10 zich richten tegen het oordeel van de rechtbank dat de door [X] c.s. gestelde overeenkomst niet tot stand is gekomen. Voorts wordt met deze grieven erover geklaagd dat de rechtbank het bewijsaanbod ter zake het bestaan van de gestelde overeenkomst zonder enige motivering heeft gepasseerd.
Op de pleitzitting van 24 juni 2014 is met partijen afgesproken dat het hof zich eerst zal uitlaten over de vraag of er tussen [X] en zijn vennootschappen enerzijds en [Y] en zijn vennootschappen anderzijds een overeenkomst als door [X] c.s. gesteld tot stand is gekomen. Partijen hebben namelijk kenbaar gemaakt dat dit de kernvraag is die hen verdeeld houdt. Bij het tussenarrest is [X] c.s. daarom toegelaten tot het bewijs van zijn stelling dat er tussen [X] en zijn vennootschappen enerzijds en [Y] en zijn vennootschappen anderzijds is afgesproken dat [X] c.s. met het oog op de exploitatie van Radio Decibel en Radio Unique zou deelnemen in DRF (Decibel Radio Format B.V.) voor een belang van 33% en in een nog met [Y] c.s. op te richten vennootschap voor een belang van 51%.
2.2
Ter voldoening aan deze bewijsopdracht heeft [X] c.s. negen getuigen doen horen, waaronder [X] als partijgetuige.
2.2.1
[X] heeft als getuige, voor zover van belang, het volgende verklaard
“(…)
In maart 2007 hebben [Z] en ik frequenties overgenomen en in juli 2007 heb ik met [Z] afgesproken dat ik met Radio Decibel naar Amsterdam zou gaan en dat hij in Brabant bleef. (…) Ik ben vervolgens in de zomer van 2008 gaan kijken naar een investeerder om uit te breiden. Ik heb daar onder meer over gesproken met [A] , die bij RTL heeft gewerkt. Op dat moment was het zo dat er geen problematische tekorten waren bij Radio Decibel. Ik had 50% van de aandelen en de broers [B] hadden de andere 50%. Verder was [C] betrokken als investeerder en adviseur; hij had ongeveer €90.000 in Decibel geïnvesteerd. Ik ben toen in de zomer van 2008 met de andere[n] gaan bespreken wat wij met een nieuwe investeerder zouden kunnen afspreken. Wij kwamen erop uit dat die nieuwe investeerder 49% zou kunnen krijgen, tegen €600.000. Dat was in juni 2008. Ik heb toen aan verschillende bedrijven, onder meer Xanoma(lees: Sanoma, hof)
en Veronica een presentatie gegeven. Die bedrijven waren wel geïnteresseerd maar dat had meer tijd nodig en ik wilde snel tot zaken komen. Dat was niet zozeer omdat ik om financiële redenen haast had maar omdat ik wilde groeien, net als de andere aandeelhouders. De andere aandeelhouders waren bereid om eruit te stappen om mij niet in de groei te belemmeren. Via [A] ben ik in contact gekomen met [Y] en in juli 2008 heb ik in restaurant [naam restaurant] onder zijn woning aan hem een presentatie gegeven. Daar was verder niemand bij. [Y] was meteen geïnteresseerd. Hij heeft mij toen wel wat huiswerk opgegeven, maar hij wilde wel instappen. Ik heb vervolgens een paar dagen later nog een gesprek met hem gehad, daar was mijn assistent [D] bij. Die is ook bij een aantal van de vervolggesprekken geweest. Ik had meteen al in dat tweede gesprek het grootste deel van het materiaal dat [Y] wilde hebben, dat wil zeggen de gegevens en de contracten van de adverteerders en de stukken waaruit de aandeelhouders verhoudingen bleken. Op dat moment had ik nog niet de boekhouding voor [Y] . Die had ik wel opgevraagd, bij [B] , maar die was nog niet beschikbaar. Ik vond dat ook vervelend. Tussen mij en [Y] maakte dat echter niet uit. Uiteindelijk zijn de stukken in september 2008 gekomen en bleek daaruit dat [B] , zonder dat met mij te overleggen, geld uit het bedrijf te hebben gehaald.
[Y] heeft vervolgens kennis gemaakt met [C] en [B] in augustus en vanaf augustus 2008 is er nooit enige discussie geweest over zijn deelname in Radio Decibel. Ik herinner mij dat hij in een van die gesprekken heeft gezegd zoals het er nu bij ligt wil ik erin. Volgens mij was dat een gesprek waar [D] bij was. Ik heb dat opgevat als een definitieve mondelinge overeenstemming en daar hebben wij allebei ook naar gehandeld, [Y] en ik. [Y] gedroeg zich vanaf augustus 2008 als mededirecteur van RFN. Er moest natuurlijk nog wel onderhandeld worden tussen hem, de gebroeders [B] en [C] . Naar schatting zou de €600.000 zo besteed moeten worden dat er ongeveer €200.000 naar de gebroeders [B] zou gaan, €90.000 naar [C] , €85.000 naar crediteuren en diverse verplichtingen samenhangend met het daadwerkelijke radiowerk en de rest was onderhandelbaar.
Hoewel wij dus een definitieve afspraak hadden was het wel zo dat, toen de boekhouding op tafel kwam [Y] heeft gezegd dat hij afzag van deelname in de B.V. RFN. Er zou een andere B.V. moeten komen. Ik heb dat besproken met de andere aandeelhouders, behalve [B] en wij hebben toen gesproken over een instructie (bedoeld is: constructie, opm hof)
met in totaal vier B.V’S. Daar stemden de anderen voor zover nodig ook mee in en [B] hebben we het later verteld. Die vier B.V’s zouden zijn een Holding Decibel Radio Format, daaronder zouden drie B.V’s hangen, een voor de sales, een productie B.V. die ook de werknemers in dienst zou hebben [en] ook het daadwerkelijke uitzendwerk voor haar rekening zou nemen en een waarin de licenties en frequenties zouden worden ondergebracht (Young City). Er zijn ook stukken in opdracht van [Y] door de notaris opgemaakt waarin deze plannen zijn uitgewerkt. Die stukken zijn in november 2008 tot stand gekomen. Ik heb ook getekend en een volmacht gegeven, maar de notaris heeft de akte niet gepasseerd. Ik heb pas veel later begrepen dat dat was omdat [Y] de notaris had laten weten dat hij geen aandelen wilde maar opties. Toen wist ik dat niet. Ik ging er in die periode vanuit dat [Y] en ik het volledig eens waren en dat ook alles netjes formeel op papier zou komen. Voor wat betreft de aandelenpakketten heb ik met [Y] half oktober 2008 overeenstemming bereikt, in datzelfde restaurant [naam restaurant] . Wij zaten toen in de luxe positie dat we naast Decibel nog een tweede frequentie zouden kunnen exploiteren, dat zou gedaan worden door Unique. Ik wilde daarover met [Y] praten en wij hadden voor dat gesprek ook al overlegd. [Y] had al onderhandeld met City FM en mij een mail gestuurd waarin het aanbod van [E] uit doeken werd gedaan. [E] vond het met name belangrijk dat het volledige personeel van City FM werd overgenomen, de verdere voorwaarde die hij stelde waren eigenlijk heel aantrekkelijk. Ik heb toen in dat gesprek met [Y] medio oktober afgesproken dat wij dat aanbod zouden aannemen. Verder was het voor mij duidelijk dat ik in ieder geval 50% van de merkenrechten wilde houden. Omdat [Y] vond dat hij veel moest investeren hebben we onderhandeld en zijn we uiteindelijk uitgekomen op een aandelenpakket van 33% voor mij in het nieuwe Radio Decibel en 51% in het nieuwe Unique. Decibel Productions B.V., het productie bedrijf, heeft de overeenkomst overgenomen met de stichting BKB3; in Decibel Productions B.V. zou ik dus die 51% van de aandelen krijgen. Bij dat gesprek was verder niemand aanwezig. Wel zijn er in de weken daarna gesprekken geweest met [D] waarin dit ter sprake is geweest en [D] moet daarvan dus ook van de kant van [Y] mededelingen hebben gehoord. Ook hier geldt dat het volstrekt helder was dat wij het definitief eens waren. [Y] heeft geen enkel voorbehoud meer tegenover mij gemaakt. In de tijd daarna is er ook uitvoering gegeven aan die afspraken, Radio Decibel zond uit en heeft Radio Unique aangekondigd en ik ben op 25 januari 2009 in het handelsregister als directeur ingeschreven. Ook in gesprekken met de werknemers heeft [Y] mij steeds als zijn partner benoemd. Er zijn ook gesprekken geweest met [B] waarin dit aan de orde is geweest.
Mij wordt gevraagd naar de gang van zaken bij het ondertekenen van de bijlage waarover al eerder in de procedure is gesproken. [Y] had ’s middags met [E] het contract getekend en toen [E] al weg was vroeg hij mij om mee te tekenen. Dat ging om de bijlage waarin het personeel stond en de bijlage met de balans. Ik begreep van [Y] dat hij wilde dat ik tekende omdat dat belangrijk was voor onze gezamenlijke onderneming. Ik kan mij niet herinneren of ik een kopie heb ondertekend of dat ik het origineel heb ondertekend en dat er daarna een kopie is gemaakt. Mijn ex-vriendin mevrouw [F] was erbij toen ik tekende. Ik heb [E] daarna nog wel gesproken, maar het ondertekenen van deze bijlagen heb ik niet met hem besproken.
Wat mij betreft is dus zo dat wij heldere afspraken hadden en dat daaraan niets veranderd is totdat [Y] daar eind januari 2009 ineens op terugkwam op papier. (…)”
2.2.2
[M] (hierna ook: [M] ) heeft als getuige verklaard dat hij heeft begrepen dat er gesprekken zijn geweest tussen [X] en [Y] , waarbij hij niet aanwezig is geweest. Hij heeft daarover gehoord dat [Y] aandelen aangeboden kreeg en dat hij, [M] , zijn broer en [C] hun geldelijke inbreng zouden terugkrijgen. Verder heeft [M] zelf, later, afspraken met [Y] gemaakt. Halverwege 2008 traden [X] en [Y] allebei als directeur van Radio Decibel naar buiten.
Hij heeft voorts verklaard:
“(…)
Ergens in het laatste kwartaal van 2008 heb ik van [X] begrepen dat [X] voor 1/3 en [Y] voor 2/3 aandeelhouder van het nieuwe Decibel zou worden en dat voor Radio Unique, dat zou uitzenden op 94.9 de verhouding 51% [X] en 49% [Y] zou zijn. Ik heb daar verder geen details van gehoord en ook geen stukken van gezien en evenmin met [Y] over gesproken, ik heb het alleen van [X] gehoord. Ik heb van [X] gehoord dat hij dat zo met [Y] had afgesproken. Het klopte wel met de manier waarop [X] en [Y] naar buiten traden en met de directeurschap van [X] .
Volgens mij was de naam Decibel veel geld waard. Die naam was van [X] en [Z] samen, die daar afspraken over hadden gemaakt. [Z] zou de naam gebruiken in Eindhoven en omstreken en [X] in Amsterdam. Omdat [X] groot aandeelhouder was in RFN is het wat mij betreft zo dat mijn inspanningen voor RFN niet los gezien kunnen worden van inspanningen voor de naam Decibel. Ik neem het [Y] kwalijk dat dit gelopen zoals het is gegaan, dat wil zeggen zonder dat ik mijn inleg heb teruggekregen. Ik weet nog dat we in 2009 met z’n allen [Y] hebben aangesproken, dat zal in februari geweest zijn, op de gemaakte afspraken. Ik heb [Y] aangesproken op zijn betalingsverplichting tegenover mij. [X] heeft hem aangesproken op het niet nakomen van het totale pakket aan afspraken tussen [Y] en [X] ; ik kan mij niet herinneren dat specifiek de afspraak over de 1/3 2/3 respectievelijk 51%-49% aandelen aan de orde is geweest, het ging om de totale situatie. Bij dat gesprek waren aanwezig mijn broer en ik, [Z] , [C] , [Y] en [X] . [Y] heeft ons toen aangehoord en niets ontkend, maar er is ook niet betaald. Ik ben ook nog een keer met mijn vrouw naar Amsterdam gekomen om de zaak te regelen, maar toen heeft [Y] gezegd dat hij vond dat hij nergens aan gebonden was.(…)”
2.2.3
[G ] heeft verklaard dat hij, vanuit het bewaren van het erfgoed van de piratenzender Radio Decibel uit de jaren 80 van de vorige eeuw, betrokken is geweest bij een project van [X] . Hij had geen beeld van de juridische of de financiële situatie. Hij verklaart verder:
“(…)
Er wordt mij een verklaring uit 2012 voorgehouden die bij de stukken is gevoegd. Ik herken die verklaring, die is destijds opgesteld door de advocaat van [X] aan de hand van aan mij gestelde vragen. Ik blijf bij wat in die verklaring staat, dat is juist. Als ik daar zeg dat [Y] en [X] gezamenlijk eigenaar waren bedoel ik dat [Y] bij die officiële bekendmaking heeft gezegd dat hij en [X] partners waren. Omdat ik wist dat [X] een deel van de aandelen had, ik niet had gehoord dat hij die had verkocht en het niet logisch vond dat hij die zou hebben weggegeven moest dat dus wel betekenen dat [X] en [Y] gezamenlijk eigenaar waren. Zoals gezegd heb ik daarvan geen stukken gezien en heb ik dat ook niet rechtstreeks met [Y] besproken, maar in mijn beleving moet het wel zo zijn. Er was immers een heel duidelijke inbreng van het oude Decibel waarin [X] aandelen had, dat was de basis van de nieuwe onderneming.(…)”
2.2.4
[H] heeft voor zover van belang verklaard:
“(…)
Er is in ieder geval één gesprek geweest waarbij [Y] , [D] , [X] en ik aanwezig waren, waarschijnlijk in januari 2009. In dat gesprek is toen gezegd dat [Y] en [X] eigenaren zouden zijn die samen zouden optrekken. Ik weet zeker dat er niet alleen over partners is gesproken, maar ook over eigenaren. Wie dat woord precies gebruikt heeft weet ik niet, maar het was volstrekt duidelijk dat de situatie was dat [X] de radio man was en dat [Y] de uitgever met geld was. Ik heb op enig moment van [X] begrepen dat de constructie zou zijn dat hij in Unique een kleine meerderheid van aandelen zou krijgen en dat hij in het nieuwe Radio Decibel 1/3 van de aandelen zou krijgen. In de gesprekken met [Y] is niet heel erg duidelijk gezegd wie mijn werkgever zou zijn als ik voor Radio Unique zou gaan werken. Ik wilde dat wel weten (…) Ik wilde dus wel graag duidelijkheid en een getekend contract. Het was echter eind 2008 begin 2009 erg hectisch en druk. Dat contract is er nooit gekomen en ik heb ook nooit geld gekregen. Bij de lancering van Radio Unique was er een informeel samen zijn waar ik ook bij aanwezig was. Ik heb toen ook de eerste uitzending van Unique gedaan. Daar is aan de orde geweest dat [X] en [Y] partners waren. (…) Het was wat mij betreft uit meerdere gesprekken met [X] maar ook met [D] duidelijk dat [X] en [Y] samen zouden optrekken en partners zouden zijn in de nieuwe randstad stations. Volgens mij was dat voor iedereen duidelijk, [Y] had [X] ook zijn partner genoemd. Ik heb het woord partner op basis van de besprekingen die ik zojuist noemde en op basis van wat ik verder gehoord heb steeds begrepen als mede-eigenaar en het gezamenlijk voeren van de onderneming. Afgezien van die gesprekken die ik zojuist noemde kan ik mij geen gesprek herinneren waarbij [Y] en ik aanwezig waren en de verhouding met [X] ter sprake is geweest, ik heb mij nooit in de juridische details verdiept. Ik heb ook geen beeld van de financiële situatie, behalve dan dat ik zelf geen geld heb gekregen weet ik niet of er anderen onbetaald bleven. (…) Ik wil nog toevoegen dat ik veel gesprekken heb gevoerd met [X] , vanaf najaar 2008 heeft hij precies verteld hoe hij het zou doen. Hij was eigenaar van Radio Decibel en hij zou eigenaar blijven maar dan in een verhouding als eerder genoemd. Hij heeft mij ook gezegd dat hij dat had afgesproken.(…)””
2.2.5
[F] verklaart als getuige zich het gesprek bij [Y] thuis waarover [X] een verklaring heeft afgelegd (en waar volgens hem de bijlage bij de overeenkomst met [E] aangaande YCM getekend is) wel te herinneren, maar niet dat daar documenten aangaande Radio Decibel zijn getekend:
“(…) Ik herinner mij dat tijdens dat bezoek [Y] op een gegeven moment wat documenten liet zien waar [X] en hij allebei heel blij mee waren. Ik heb toen die documenten ook ingekeken en ik geloof dat ze iets met Decibel te maken hadden, maar ik kan mij echt niet herinneren wat er in stond. Ik kan mij ook niet herinneren of [X] daar een handtekening op heeft gezet. Er waren daar behalve [Y] , [X] en ik geen andere mensen die avond. Mij wordt gevraagd of ik mij kan herinneren of [X] die papieren mee naar huis heeft genomen. Dat kan ik mij niet herinneren, ik weet helemaal niet meer wat er met die papieren gebeurd is .(…)”
2.2.6
[I] heeft voor zover van belang verklaard:
“(…)
Op een gegeven moment heb ik van [X] gehoord dat hij contact had met [Y] als nieuwe investeerder. (…) In die periode, wij zijn nu in het laatste kwartaal van 2008, werd er erg hard gewerkt. Dat was overigens eerder dat jaar ook al zo. Ik had weliswaar geen schriftelijk contract althans ik geloof bij nader inzien dat er wel ooit iets geweest is maar dat dat al verlopen was. Het was wel zo dat ik betaald werd voor mijn werk als programmamaker en dat dat voor mij mijn basisinkomen vormde. Vanuit die achtergrond was het heel vervelend dat mijn facturen, die ik aan RFN stuurde, niet betaald werden. Ik begreep ook van collega’s van mij dat hun facturen niet betaald werden. Mijn beeld was daarom dat het met RFN financieel niet goed ging. Dat is meerdere malen door [X] toegegeven. Ik had ook de indruk dat de boekhouding niet op orde was, in [B] , die verantwoordelijk was voor de boekhouding had ik weinig vertrouwen.Aan de andere kant was het zo, dat ik bekend was met de reclamecontracten van RFN, die tot stand waren gekomen door de acquisitiewerkzaamheden van [X] . Ik moest die namelijk eind 2008 in de computer invoeren. Ik kan mij nu geen namen meer herinneren van die contracten met adverteerders, maar de totale waarde liep in de tonnen. Het verbaasde mij dan ook dat mijn facturen niet betaald werden. Aan de andere kant kon ik in die contracten wel zien dat het ging om betaling in termijnen, dat geld kwam dus niet onmiddellijk binnen. Later in dat jaar, ik denk rond oktober/november 2008 is een deel van mijn facturen wel betaald, maar uiteindelijk zijn er, aan het eind van de rit, twee facturen (t.w.v. ongeveer € 5000,-) onbetaald gebleven.In deze hele periode heb ik van [X] gehoord dat hij in een nieuwe vennootschap aandeelhouder zou blijven. Het was de bedoeling dat Unique in Amsterdam op de frequentie van Decibel zou uitzenden en dat [X] dan 51 % van de aandelen zou krijgen en [Y] de rest en dat er daarnaast een vennootschap, Decibel radio formats, zou komen waarin [X] 1/3 van de aandelen en [Y] de andere aandelen zou krijgen. Die laatste vennootschap zou gebruikt worden voor Decibel. De studio van Unique zou op het oude adres van Decibel aan de Nassaukade gevestigd worden. Ik heb van dit alles nooit stukken gezien en ik heb daarover met [Y] ook nooit gesproken, dit was informatie die ik van [X] kreeg.Wel staat mij nog helder bij dat er een ontmoeting is geweest in Boomerang Casa. Ik zie de situatie nog zo voor mij. [Y] en [X] zaten naast elkaar en [Y] vertelde over zijn bedrijf, dat hij de nieuwe partner van [X] was en dat ze samen Decibel zouden gaan doen. Daarbij was de hele groep mensen die bij Decibel betrokken was aanwezig. (…) Ik twijfelde daar op dat moment in het geheel niet aan dat [X] en [Y] samen verder zouden gaan en dat gold ook voor de andere aanwezigen. Ik bedoel daarmee dat zij overeenstemming hadden over het samen aandeelhouder zijn in een nieuw bedrijf. Aanwezig waren toen onder meer: [D] , [J] , [K] , [L] en [G ] .Ik heb de afspraken zo begrepen dat er een nieuwe B.V. zou worden opgericht, maar ik ben zelf op 31 december 2008 weggegaan. De reden daarvoor was de grote druk, onder meer maar niet alleen op het financiële vlak. Ik heb vervolgens een ook privé moeilijke periode gehad. Ik heb nog wel in het faillissement van RFN formeel mijn vordering voor die laatste twee facturen ingediend, maar daar heb ik nooit meer iets van gehoord. (…) Op een vraag van mr. Bunders licht ik nog toe dat het invoeren van de contracten in de computer in november 2008 een voorbereiding was op de overname van die administratie door E-power, in het kader van de nieuwe B.V.
(…)”.
2.2.7
[D] (wiens naam helaas in een aantal van de processen-verbaal verkeerd is gespeld) heeft voor zover van belang verklaard:
“(…)
De onderneming die radio Decibel toen dreef was RFN. Het dagelijks management werd gedaan door [X] . Ik heb begrepen dat hij met [B] en [M] eigenaar was. Details daarvan weet ik niet. Ik ging vrijwel nooit met [X] mee naar zakelijke afspraken met [Y] . Ik herinner me één keer dat ik bij uitzondering wel met [X] ben meegegaan ben naar [naam restaurant] . Ik denk dat dat in 2008 geweest is, maar ik weet niet precies wanneer. [Y] en [X] hebben toen aan een tafeltje een zakelijk gesprek gevoerd. Ik weet niet meer waarover dat ging en ik heb mij met dat gesprek ook niet bemoeid. Ik kende [Y] wel, omdat hij in het pand aan de Nassaukade waar toen de studio van Decibel zat wel eens langskwam. Ik heb [Y] in die periode nooit inhoudelijk of zakelijk gesproken. [X] was er heel duidelijk over dat hij de contacten met [Y] onderhield. [X] heeft wel verteld dat hij contact had met Boomerang en [Y] over een samenwerking. Ik weet dat het de bedoeling was om met Decibel groot te groeien en de editie Amsterdam in de hele randstad uit te zenden. Radio Unique heeft uitgezonden tot 2009 op de oude frequentie van Decibel, 94.9. Dat was volgens mij vanuit de studio aan de Nassaukade waar [X] ook woonde. Op een gegeven moment is de studio verhuisd naar een nieuw pand, ik heb mij daar verder niet mee bemoeid. Ik kan mij wel herinneren dat er op een gegeven moment een samenzijn in Boomerangcasa is geweest rond die verhuizing. Daar waren [X] en [Y] en ook een aantal van de mensen die dagelijks radio programma’s maakten. Het kan heel goed zijn dat daar gesproken is over een samenwerking tussen [Y] en [X] . Het kan ook zijn dat [X] op zeker moment gezegd heeft dat hij en [Y] samen eigenaar of aandeelhouder zouden worden. Er werden in die tijd veel grote dingen geroepen. Ik heb mij altijd buiten de zakelijke verhouding tussen [Y] en [X] gehouden. Het ging mij niet aan en ik wilde er niet bij betrokken zijn.Voor wat betreft de reclame inkomsten betwist ik dat je aan het aantal reclameblokken kunt zien hoe goed het met het station gaat. Ik heb wel wat reclamecontracten binnen kunnen halen. Dat is voor een waarde van zeker meer dan € 10.000,- per jaar geweest, maar ik kan niet zeggen hoe veel dan. Als een ander het heeft over tonnen lijkt mij dat te veel. De meeste contracten gingen om 99 of 149 euro per week.(…)”
2.2.8
[C] (wiens naam helaas ook in een aantal van de processen-verbaal verkeerd is gespeld) heeft voor zover van belang verklaard:
“(…)
Rond 2007/2008 heb ik met [X] overlegd. Decibel was in Amsterdam en zond daar uit en er moest geld bij. Het ging toen om een bedrijf RFN. Later is [Y] op het toneel gekomen en die wilde het bedrijf overnemen, er zou een nieuwe BV komen. Ik had het zo begrepen van [Y] zelf dat [X] en hij elk 50 % in Decibel zouden krijgen en dat [X] 30 % en [Y] 70 % in Unique zou krijgen. [X] zou dan ook de nieuwe directeur worden. [X] zou bij het oprichten van de nieuwe BV geen geld krijgen. De broers [B] en ik zouden onze investering terug krijgen. Ik weet niet precies wat [Y] zou betalen, maar ik weet zeker dat ik mijn geld terug zou krijgen en dat is niet gebeurd. Ik heb wel € 25.000,- gekregen van [Y] . De rest was mij beloofd maar die heb ik niet ontvangen. Daar gaat die mail van 26 januari 2009 over, die [X] mij had doorgestuurd. Verder ziet u in dat tweede bericht dat ik heb meegenomen naar deze zitting welke afspraken er gemaakt waren. Ik weet niet of er een getekende versie van deze afspraken bestaat. Ik heb mijn vordering bij de curator in het faillissement van RFN ingediend, maar daar heb ik ook nog niets op ontvangen. Ik weet dat [Y] bij de rechtbank heeft gewonnen. [X] is toen bij mij gekomen en heeft gezegd dat hij de merken of de domeinnamen aan [Y] moest geven. Ik heb gezegd “dat nooit, hoe veel moet je hebben?”. Ik heb hem toen
€ 30.000,- gegeven en dat is via de advocaten aan [Y] betaald. De merken en de domeinnamen staan nu volgens mij op mijn naam, ik geloof niet dat dat een pandrecht is.Van de afspraken tussen [Y] en [X] weet ik eigenlijk niet meer dan wat ik zojuist zei. Ik heb in 2012 een verklaring afgegeven. Die verklaring wordt mij getoond en ik zie daaronder mijn handtekening. Ik herinner me ook dat ik die verklaring heb opgeschreven. Ik kan mij nu wat daarin staat niet meer op die manier herinneren. Het staat mij nu zo bij dat [Y] en [X] elk de helft van Decibel zouden krijgen, dat weet ik zeker. En dan vind ik 49, of 51 % hetzelfde als de helft. (…)”
De e-mail, waarnaar [C] als getuige verwijst, ziet op toezeggingen en afspraken van [Y] en Toppot aangaande de lening en garantstelling van [C] .
2.2.9
[N] heeft voor zover van belang verklaard:
“(…)
[X] heeft mij ergens eind 2008 voorgesteld aan de heer [Y] . Ik kende hem niet. [X] zei dat [Y] een investeerder en mede eigenaar in radio Decibel was. Dat gesprek vond plaats in de Escape, er waren wel wat mensen die daar rondliepen maar behalve [Y] , [X] en ik nam niemand deel aan dat gesprek. Mijn indruk uit dat gesprek was dat [Y] en [X] bezig waren met een hechtere samenwerking en uitbreiding daarvan naar meerdere Amsterdamse lokale zenders. U noemt mij Unique en City fm, ik kan mij niet met 100% zekerheid herinneren of die zenders en die namen aan de orde zijn geweest, ik weet wel zeker dat het om lokale zenders ging. Zowel van de kant van [Y] als van de kant van [X] begreep ik in dat gesprek dat men samen eigenaar was van het radiostation Decibel en dat over uitbreiding werd gesproken. [X] was de creatieve radioman en [Y] was de zakelijke en financiële man. Concreet heeft geen van beiden iets gezegd over de verhouding en ik heb daar ook niet naar gevraagd. Of er sprake was van een B.V. en wie dan voor welk percentage aandeelhouder zou zijn is niet aan de orde geweest.(…)
Op dat eerste gesprek in Escape zijn nog vijf tot tien gesprekken gevolgd, in de periode tussen eind 2008 en de zomer van 2009. Het was wel in de gesprekken zo dat beide personen een inbreng hadden, het was niet zo dat [X] helemaal niets te vertellen had.
Ik sprak dan zo nu en dan met [Y] en dan weer met [X] . Met [X] was er een creatieve klik, als ik hem sprak dacht ik dit gaan we doen. [Y] zat er zakelijk in en die zakelijke kant werd in de loop der tijd dominanter. Zijn invalshoek was: wij zijn Decibel, wat ga je betalen om op onze zender te komen. Mijn invalshoek was wij zijn Escape, wat ga je betalen voor de content die wij te bieden hebben. Die patstelling hebben we nooit kunnen doorbreken. Ook in die latere gesprekken is nooit concreet geworden wat de expansie die [X] en [Y] op het oog hadden precies zou inhouden. Ik heb ook nooit documenten gezien en evenmin details over de financiën gehoord. Dat ging mij ook allemaal niet aan, mijn belang was een eventuele overeenstemming over die uitzendingen vanuit de Escape.
Aan het eind, het is dan halverwege 2009, was de verhouding tussen [X] en [Y] verslechterd. Ik had gehoord dat er financiële problemen waren en problemen in de samenwerking. Ik heb toen samen met [A] die ik al lang kende uit de mediawereld, geprobeerd om te bemiddelen. [A] en ik hebben in dat verband in de Escape met [Y] gesproken. Volgens mij was [X] daar niet bij, als ik het me goed herinner was hij toen al ter zijde geschoven. Dat gesprek heeft niets opgeleverd. Ook in dat gesprek heb ik niet meer duidelijkheid gekregen over de precieze situatie, de afspraken tussen de beide heren en de verhouding binnen Decibel en evenmin documenten gezien.(…)”
2.3
In contra-enquête is (alleen) [Y] als getuige gehoord. Hij heeft voor zover van belang verklaard:
”(…)
Ik kende [X] niet. Ik heb hem voor het eerst gesproken in juli 2008, naar aanleiding van een suggestie van een kennis. Ik heb [X] tevoren niet nagetrokken. Hij vertelde mij bij dat eerste gesprek dat hij bezig was met diverse radioformats in Nederland, dat hij een radiostation Decibel had dat €800.000,-- omzet en €30.000,-- winst maakte, maar dat ondergefinancierd was. Hij liet daarbij een aantal mooie slides zien. De verwachting was dat het radiostation binnen afzienbare tijd meer omzet en meer winst zou gaan maken. Dat klonk goed en ik had best een goede indruk van [X] , in elk geval had ik vertrouwen in hem.
Mijn achtergrond voor het spreken over een samenwerking was, dat ik al langer opzoek was naar een radiostation. Ik had namelijk een aantal bedrijven die in de vier grote steden in Nederland een stadsmagazine uitgeven. Daarnaast had ik ook een buitenreclamebedrijf. Het leek mij strategisch gesproken goed als de positie van die bedrijven versterkt kon worden door middel van een lokaal radiostation in alle vier de steden. Er zou dan reclame gemaakt kunnen worden en de bedrijven zouden elkaar ondersteunen. Ik was al in gesprek met Young City Media over een pakket radiofrequenties in Rotterdam, Amsterdam en Utrecht, die gebruikt werden door het station City FM. Ik was echter met Young City Media nog niet definitief tot zaken gekomen. Mocht het met die partij niets worden dan zou ik met [X] in Amsterdam in elk geval daar een lokaal radiostation veilig gesteld hebben.
Dat gesprek in juli 2008 was een enthousiasmerend gesprek waarbij wij niet de diepte in zijn gegaan en waar ik ook geen stukken van [X] heb gezien.
Na dat gesprek in juli heb ik steeds gevraagd om cijfers en onderbouwing. Dat bleek niet eenvoudig te zijn. Ik heb op enig moment wel wat stukken gezien, dat is denk ik in augustus 2008 geweest. Die stukken gaven mij weinig vertrouwen, er bleek bijvoorbeeld uit dat een van de aandeelhouders in RFN de een dag geld had gestort en dat de volgende dag weer had opgenomen. Ik wist niet precies wat de positie van [X] bij RFN was, maar hij was in elk geval aandeelhouder. Verder had ik ook begrepen dat er een licentie was die voor 50% aan [X] toebehoorde. Ik wilde echter nog steeds een compleet beeld van de financiële situatie en dat kwam maar niet. Die situatie werd wat mij betreft steeds ongemakkelijker. Uiteindelijk is er in oktober 2008 een rapport gekomen van een accountant waaruit de situatie duidelijk werd. Daaruit bleek dat de cijfers veel minder gunstig waren dan [X] had gezegd. Er was slechts een gefactureerde omzet van ongeveer €150.000,--.
Rond die tijd heb ik met Young City Media een overeenkomst gesloten. Ik kon van Young City Media alles overnemen, ik bedoel daarmee niet alleen de frequenties maar ook het personeel en de apparatuur. De huisvesting heb ik zelf geregeld. Toppot B.V. heeft €700.000,-- betaald en zo had ik mijn eigen radiostation. Ik had [X] en RFN dus helemaal niet meer nodig.
Ik heb [X] na oktober 2008 nog wel gesproken, misschien eens in de twee weken ofzo. Hij begreep zelf ook dat RFN niet meer te redden was. (…)
Ik heb in november of december 2008 definitief besloten dat er geen sprake kon zijn van een gezamenlijke vennootschap waarin [X] een deel van de aandelen zou krijgen. Over een samenwerking in de vorm van een vennootschap is eerder in algemene zin wel gesproken, meer in het algemeen hebben wij wel gesproken over samen iets doen met een radiostation. Er is op een gegeven moment ook een concept opgesteld voor een aandelentransactie waarbij [X] 33% zou krijgen, maar dat was in feite een leeg concept. Die 33% was een min of meer willekeurig getal, daar lag geen berekening aan ten grondslag. Ik herinner mij ook volstrekt geen gesprek in [naam restaurant] waarin [X] en ik afspraken gemaakt zouden hebben die in zouden houden dat hij 33% aandelen zou krijgen in Decibel Radio Formats en 51% in een andere vennootschap. Ik heb wel meer dan eens met [X] in dat restaurant gesproken, maar afspraken hebben wij nooit gemaakt.
(…) Naar aanleiding van de verklaringen van eerder gehoorde getuigen kan ik u zeggen dat het in het algemeen wel juist is dat ik tegen anderen heb gezegd dat [X] en ik samen iets gingen doen in het kader van enthousiasmerende toespraken en presentaties. Ik had geen enkele behoefte om [X] in het publiek te kleineren. Ik heb daar echter nooit iets concreets over gezegd. (…)”.
2.4
In het tussenarrest is onder 3.5 een aantal door [X] c.s. ingenomen stellingen vermeld ten aanzien waarvan het hof onder 3.7 heeft overwogen dat deze, mits bewezen, in elk geval de conclusie zouden rechtvaardigen dat de door [X] c.s. gestelde afspraken zijn gemaakt. De bewijsopdracht is evenwel beperkt tot hetgeen hiervoor in 2.1.2 is weergegeven. Dat betekent dat - anders dan [Y] c.s. meent - niet beslissend is of alle in het tussenarrest weergegeven stellingen bewezen zijn; hetgeen in het tussenarrest daaromtrent is overwogen brengt niet mee dat de door [X] gestelde afspraken niet op andere wijze kunnen komen vast te staan.
2.5
Het hof is van oordeel dat, al het inmiddels beschikbare bewijsmateriaal overziend, het bewijs is geleverd van de overeenkomst die volgens [X] c.s. is gesloten omtrent de samenwerking en de vennootschappen waarin zij samen zouden participeren.
Voor dat oordeel is het volgende redengevend.
2.5.1
Vast staat dat in juli 2008 tussen [X] en [Y] een begin is gemaakt met onderhandelingen. [X] had op dat moment (samen met DMI) de rechten op het merk Decibel en was 50% aandeelhouder in RFN dat FM frequentie 94,9 gebruikte voor uitzendingen van radioprogramma’s onder de naam Radio Decibel en dat in financiële nood verkeerde. Hij zocht daarom contact met [Y] als geldschieter. [Y] zag een regionaal radiostation als een nuttige aanvulling van zijn zakelijke investeringen en had belangstelling, maar hij wilde cijfers van RFN zien. Die zijn niet gekomen, tot ongeveer oktober 2008 en bleken toen zeer slecht. Partijen richtten zich vervolgens langzaamaan niet langer op RFN maar op een nieuwe bv.
2.5.2
In oktober 2008 kreeg Toppot, een vennootschap van [Y] , de kans om City FM/ YCM te kopen, een vennootschap die een eigen radiostation had, met apparatuur, personeel en een frequentie. [X] c.s. heeft in deze procedure steeds volgehouden dat hij ook partij was bij die overeenkomst en wijst in dat verband op een beweerdelijk door hem mede-ondertekende bijlage. [Y] c.s. betwist dat [X] c.s. partij was bij die overeenkomst. Hij heeft gewezen op het feit dat de op schrift gestelde en ondertekende overeenkomst [X] c.s. niet als partij noemt en dat [X] c.s. die overeenkomst ook niet getekend heeft; de bijlage zou [X] achteraf, eigenmachtig, getekend hebben. [Y] c.s. stelt dat de overeenkomst louter tussen Toppot en YCM is gesloten, en wijst op de schriftelijke verklaring van [E] , de natuurlijke persoon achter YCM, die verklaart dat [Y] c.s. gelijk heeft en dat hij [X] pas veel later heeft ontmoet. [E] schrijft voorts dat de betrokkenheid van [X] voor hem een probleem zou zijn geweest, gelet op de slechte reputatie die [X] op financieel gebied had. De getuige [F] , die volgens [X] c.s. [X] ’ verklaring omtrent het tekenen van de bijlage bij die overeenkomst zou kunnen bevestigen omdat zij daarbij aanwezig was, kan zich daarvan niets herinneren. Geen van de andere getuigen heeft concreet op dit punt iets relevants verklaard.
Er moet dan ook vanuit worden gegaan dat alleen Toppot de overeenkomst met YCM heeft gesloten en dat [X] c.s. daarbij geen partij was. Dat is voor het bewijs echter niet wezenlijk, gelet op het hierna volgende.
2.5.3
[C] en [B] hebben als getuigen verklaard dat zij hebben gehoord dat er twee bv’s zouden worden opgericht, waarin [Y] c.s. en [X] c.s. aandeelhouder zouden zijn; [X] heeft daarover zelf als getuige ook verklaard.
In november 2008 werd een concept notariële akte van oprichting van een bv opgesteld in opdracht van [Y] c.s. [Y] betwist weliswaar dat hijzelf het concept heeft laten opstellen, maar erkent dat een van zijn werknemers, [O] , die opdracht aan de notaris heeft gegeven; dat blijkt ook uit de overgelegde brief van de notaris. Die concept-akte houdt in, dat aan “newhold” (een nieuw op te richten vennootschap) 67 aandelen in Boomerang Study Cards (later DRF) en aan EMH 33 aandelen zullen worden geleverd, tegen een koopprijs van
€ 12.161,17 respectievelijk € 5.989,83. Bij dat concept was een volmacht gevoegd, die [X] diende te tekenen, waarbij hij zijn handtekening moest laten legaliseren. [X] c.s. stelt dat hij die volmacht heeft getekend, hetgeen bevestigd wordt door de overgelegde kopie (met handtekening, d.d. 19 november 2008). [Y] c.s. heeft daar niets tegenover gesteld. Het hof acht daarom bewezen dat [X] c.s. die volmacht heeft getekend. Een medewerker van het notariskantoor heeft schriftelijk verklaard dat geen legalisatie van die handtekening in het dossier aanwezig is; [X] c.s. heeft dat niet weersproken. [X] heeft wel als getuige verklaard dat hij in de veronderstelling verkeerde dat er een geldige volmacht van hem aanwezig was. Hij heeft van de notaris begrepen dat [Y] c.s. niet wilde tekenen.
Op grond daarvan moet worden aangenomen dat in november 2008 partijen niet alleen hadden gesproken, maar ook overeenstemming hadden bereikt over de oprichting van een bv, met aandelenverhouding als voormeld, waarbij ook de prijs al was afgesproken. [Y] c.s. verklaart wel als getuige dat het zomaar getallen waren, maar niet valt in te zien waarom dan kosten worden gemaakt en moeite wordt gedaan om die vast te laten leggen door een notaris, in de vorm van een concept-akte. [Y] c.s. heeft daarvoor geen behoorlijke verklaring gegeven.
2.5.4
Daarbij komt dat ook de wijze waarop partijen zich naar buiten toe hebben gemanifesteerd steun biedt aan de stelling van [X] c.s. dat partijen overeenstemming hadden bereikt. Er zijn immers vanaf november 2008 uitingen in de media en naar derden gedaan waarin [Y] c.s. [X] als ‘zijn partner’ aanduidt. Alle getuigen die daarover verklaren kunnen zich dat in algemene zin herinneren. [Y] c.s. weerspreekt dat niet, maar stelt dat hieraan geen bijzondere betekenis toekomt. Dat laat zich echter niet rijmen met de getuigenverklaringen. [G ] , [B] , [C] en [N] verklaren als getuigen uit de mond van [Y] c.s. zelf gehoord te hebben dat [X] en [Y] samen eigenaar zouden worden/zijn van een of meer bv’s. Vrijwel alle andere getuigen verklaren dat ze van [X] zelf iets dergelijks hebben gehoord. [N] , de eigenaar van Escape, een getuige die geen banden heeft met één van partijen, heeft van [Y] en [X] gehoord dat zij eind 2008 samen eigenaar waren van Radio Decibel. Details ontbreken weliswaar of zijn enigszins tegenstrijdig, maar dat maakt de verklaringen niet minder geloofwaardig; het gaat immers om gebeurtenissen van 8-9 jaar terug. Een plausibele andere verklaring is niet gegeven. [Y] c.s. stelt dat deze wijze van communicatie/presentatie de afgesproken strategie was, maar waartoe een dergelijke (schijn)strategie zou hebben gediend blijft vaag.
2.5.5
In januari 2009 werd [X] vervolgens benoemd, voor onbepaalde tijd, tot directeur van Decibel Sales BV (geïntimeerde sub 5), tegen een beloning van € 5000 per maand. Decibel Sales BV is een dochtervennootschap van DRF.
Dit is geheel consistent met de stelling van [X] c.s. dat de door hem gestelde overeenkomst is gesloten. De alternatieve verklaring die [Y] c.s. daarvoor geeft is dat de benoeming voortvloeide uit een zekere mate van opportunisme, nu de
station identityvan City FM, de bv die tot DRF werd omgedoopt en die zou gaan uitzenden onder de naam Radio Decibel, gereed lag, men wilde beginnen met uitzenden en [X] het merkrecht nog niet had geleverd. Deze lezing overtuigt niet. Onverklaard blijft daarmee waarom een en ander de aanstelling van [X] als directeur zou hebben gevergd.
2.5.6
Op 1 februari 2009 werd de akte van overdracht, gedateerd op 1 januari 2009, getekend, waarbij het merk Radio Decibel en het merk Unique wordt geleverd aan DRF. Het gaat om een zeer korte onderhandse akte, waarin eerst het woord- en beeldmerk Radio Decibel en het woordmerk radio Unique met inschrijvingsnummer worden genoemd en daarna dat [X] aan [Y] c.s. 50% van de eigendom van deze merken overdraagt. Vervolgens luidt de tekst:
Op de overdracht aan [Y] zijn de voorwaarden van artikel 2 van de tussen partijen gesloten overeenkomst betreffende radioactiviteiten van Newhold B.V. van toepassing. [X] komt een vergoeding toe van maximaal € 150.000,00 die hij middels een factuur aan DRF B.V. in rekening mag brengen, volgens de in voornoemd artikel 2 bepaalde uitgangspunten.. Volgens [X] c.s. wordt gedoeld op een tekst van 29 januari 2009/2 februari 2009, waarin wordt verwezen naar gemaakte afspraken die nader uitgewerkt en vastgelegd moesten worden in een aandeelhoudersovereenkomst tussen de aandeelhouders van DRF. [Y] c.s. heeft voor die verwijzing geen andere deugdelijke, laat staan overtuigende, uitleg gegeven. Hij heeft naar voren gebracht dat deze akte, gelet op de omstandigheid dat [X] geen (uitsluitend) rechthebbende was op de merken, niet het veronderstelde effect kan hebben gehad. Dat is echter in de context van de feitelijke onderbouwing van het bestaan van een overeenkomst niet van belang. Ook de omstandigheid dat, naar vast staat, die andere, nadere overeenkomst nooit is gesloten is dat niet.
2.5.7
Tot 1 februari 2009 gebruikte RFN de FM frequentie 94,9. In januari/februari 2009 vond de lancering van Radio Unique en DRF als radiozender plaats. [Y] c.s. heeft zelf op 9 februari 2009 in het handelsregister Radio Decibel en Radio Unique als handelsnamen van DRF laten inschrijven.Van 1 februari 2009 tot 12 maart 2009 heeft Radio Unique/Decibel Productions (dochter van DRF), op deze frequentie uitgezonden, daarna DRF zelf. Het Commissariaat voor de media vermeldt bij de FM frequentie 94,9 voor 2010 Boomerang en [X] als rechthebbenden.
Ook dit past geheel bij de stellingen van [X] c.s. over twee gezamenlijke vennootschappen (waarvan de een Radio Unique en de ander Radio Decibel zou drijven). Een deugdelijke alternatieve verklaring van de kant van [Y] c.s. ontbreekt.
2.5.8
Nadat onenigheid ontstaat wordt [X] in februari/maart 2009 ontslagen. In maart/april 2009 wordt nog gecorrespondeerd over een dading waarin uitdrukkelijk wordt vermeld dat partijen bij nader inzien niets in samenwerking zien. De noodzaak van een dergelijke revocatie is onduidelijk als er geen afspraken over samenwerking bestonden.
2.5.9
Al deze aspecten zijn in lijn met het bestaan van een overeenkomst als gesteld en het geven van uitvoering aan de in dat verband gemaakte afspraken. [Y] c.s. heeft daar nauwelijks iets tegenover gesteld, behalve dat er geen getekende overeenkomst /akte van oprichting ligt en dat Toppot door de koopovereenkomst met YCM al een compleet station met frequentie, apparatuur en personeel had overgenomen. Hij heeft niemand anders dan zichzelf als getuige opgeroepen, ook niet de notaris, de verkoper van YCM ( [E] ), of [O] .
2.5.10
[Y] c.s. bestrijdt allerlei details en in de kern komt zijn verhaal erop neer dat partijen wel in onderhandeling zijn geweest over een eventuele gezamenlijke bv of bv’s, maar dat hij die onderhandelingen heeft afgebroken toen hij door kreeg dat RFN een zinkend schip was, hij vervolgens een radiostation, een frequentie en de merkrechten verworven had en [X] tenslotte onhanteerbaar werd.
[Y] c.s. miskent daarbij dat hetgeen inmiddels bewezen is er veeleer op wijst dat hij al het punt had bereikt dat hij definitieve afspraken had gemaakt met [X] en dat hij, gegeven de omstandigheden dat hij had bereikt wat hij wilde en de samenwerking met [X] onhoudbaar bleek, op de met [X] gemaakte afspraken is teruggekomen. Dit geldt temeer nu hij nalaat een behoorlijke alternatieve verklaring te geven voor de verwijzing in de akte van overdracht in 2009 van de merken naar de
gesloten(en niet:
te sluiten) overeenkomst en niet gemotiveerd weerspreekt dat in feite over alle essentialia van de samenwerking overeenstemming bereikt was. Ook laat hij onverklaard waarom hij, na het verwerven van YCM, dus toen hij al een radiostation had veiliggesteld waarmee [X] c.s. in formele zin niets van doen had, aan de notaris de gegevens voor een concept-akte heeft laten zenden. Dat RFN niet meer te redden viel, was toen immers allang duidelijk.
[Y] c.s. benadrukt dat hij niets van RFN heeft overgenomen. Dat standpunt lijkt, op basis van het bewijsmateriaal, inderdaad juist te zijn, maar daarop zag de bewijsopdracht niet. De omstandigheid dat [Y] c.s. niets van RFN heeft overgenomen weerlegt niet dat met [X] de door deze gestelde afspraken zijn gemaakt.
2.6
Per saldo is op grond van al het thans beschikbare bewijsmateriaal het beeld dat naar voren komt:
- dat partijen in 2008 maanden in gesprek zijn geweest over een gezamenlijk onder de naam Radio Decibel te exploiteren radiostation,
- dat [Y] en [X] zich als samenwerkende partners hebben gepresenteerd,
- dat na de overname van YCM het plan ontstond om twee radiostations, Radio Unique en Radio Decibel, te exploiteren met gebruikmaking van [X] ’ rechten op de woordmerken,
- dat zij in dat verband hebben afgesproken samen te gaan participeren in twee vennootschappen en daartoe op de essentialia tot overeenstemming zijn gekomen,
- dat daartoe voorbereidingen zijn getroffen,
- dat [X] in het kader van de uitvoering van die overeenkomst zijn rechten op het merk Decibel en Unique heeft overgedragen (daargelaten in hoeverre hij dat mocht),
- dat [X] als directeur in dienst is genomen bij (een dochter van) een van de nieuwe bvs,
- dat [Y] c.s. zich, nadat bleek hoe slecht RFN ervoor stond, steeds meer is gaan terugtrekken, zonder echter ondubbelzinnig terug te komen op de afspraken en
- dat hij, nadat hij feitelijk de beschikking had over de merken en verdere noodzaak ontbrak om met [X] c.s. de afspraken aangaande gezamenlijk aandeelhouderschap in twee bvs te finaliseren en na te komen, [X] heeft ontslagen en is voortgegaan met de exploitatie van de radiostations.
2.7
Het hof acht, gelet op het voorgaande, het bewijs geleverd dat de door [X] c.s. gestelde overeenkomst tot stand is gekomen. Nu het hof ter zitting van 24 juni 2014 met partijen had afgesproken dat er in dit stadium alleen op deze vraag zou worden ingegaan worden partijen in de gelegenheid gesteld om hun geschil alsnog, met inachtneming van het voorgaande, te regelen dan wel zich nader uit te laten omtrent de consequenties hiervan.
Elke verdere beslissing wordt aangehouden. De zaak wordt naar de rol verwezen voor het nemen van aktes, waartoe [X] c.s. als eerste de gelegenheid krijgt. [Y] c.s. kan daarna reageren.

3.Beslissing

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 3 september 2019 voor een akte als bedoeld in 2.7, [X] c.s. als eerste;
houdt elke verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell en E.M. Polak en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2019.