ECLI:NL:GHAMS:2019:2649
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- A. van Haeringen
- T.A.M. Tijhuis
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Verzoek om gezamenlijk gezag en zorgregeling na scheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de vader om gezamenlijk gezag over zijn dochter, geboren in 2013, en om een zorgregeling. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Verhoog, had in eerste aanleg bij de rechtbank Noord-Holland verzocht om gezamenlijk gezag en een omgangsregeling, maar deze verzoeken waren afgewezen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. van der Himst, oefent momenteel alleen het gezag uit over de dochter. Het hof heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders is verbeterd en dat er geen onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd het verzoek van de vader toe te wijzen. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag toegewezen. Daarnaast is een zorgregeling vastgesteld waarbij de dochter om de veertien dagen bij de vader verblijft op woensdag en in het weekend, en waarbij vakanties en feestdagen in onderling overleg worden verdeeld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.