Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
sibling rivalry). Ook bagatelliseert de moeder het gedrag en de problematiek van [de minderjarige] . Het lukt de moeder niet te onderschrijven dat [de minderjarige] veel traumatische ervaringen heeft opgedaan in haar gezin. De moeder kan [de minderjarige] daardoor niet bieden wat zij nodig heeft, ook niet als zij training krijgt in bijvoorbeeld traumasensitief opvoeden. Ook een plaatsing binnen het gezin [Y] is niet haalbaar. Dit gezin is geen geschikt pleeggezin voor [de minderjarige] . Het gezin woont op een steenworp afstand van de moeder, de voorgestelde pleegouders hebben geen enkele ervaring met pleegkinderen, hebben zelf kinderen, waaronder nog een jong kind, en hebben geen kennis en ervaring met de problematiek van [de minderjarige] . Dit alles maakt dat een plaatsing van [de minderjarige] , gelet op haar specifieke zorg- en behandelbehoefte, bij het gezin [Y] te grote risico’s voor haar (en voor de eigen kinderen van het gezin [Y] ) meebrengt. De verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] is aldus in het belang van haar verzorging en opvoeding noodzakelijk, aldus de GI.
sibling rivalry. De problematiek van [de minderjarige] is hierdoor zo complex dat de pleeggezinnen waar zij in het verleden verbleef, haar niet konden bieden wat zij nodig heeft. De mislukte plaatsingen zijn zonder twijfel schadelijk voor de ontwikkeling van [de minderjarige] . Nadat ook de plaatsing bij pleegouders [pleegouders] vroegtijdig is beëindigd, heeft Intermetzo in februari 2019 een analyse van de zorgvraag van [de minderjarige] opgesteld. Uit deze analyse blijkt dat het vanwege de hechtingsproblematiek van [de minderjarige] essentieel is dat de volwassenen die haar begeleiden veel praktische ervaring met kinderen met hechtingsproblemen en trauma hebben. De opvoeders moeten traumasensistief kunnen werken en zich kunnen verhouden tot de gedragingen die passen bij hechtingsproblemen. Het is belangrijk dat de volwassenen dat vol kunnen houden. Dit kan alleen wanneer er geen andere kwetsbare kinderen in het gezin zijn en de opvoeders regelmatig de tijd hebben om zelf, op enige afstand van [de minderjarige] , zich weer op te laden. Op basis van deze analyse heeft de GI samen met Intermetzo een nieuwe perspectief biedende woonvorm in [plaats] voor [de minderjarige] gecreëerd, waar zij sinds 24 mei 2019 verblijft.
sibling rivalrytussen [de minderjarige] en [kind C] , hetgeen mogelijk zal verergeren als beide kinderen weer bij elkaar wonen. Dit zal niet alleen ten koste gaan van [de minderjarige] maar ook van [kind C] . Ook bestaat er bij een terugplaatsing bij de moeder een risico op herbeleving van trauma, nu de woning van de moeder de plek is waar [de minderjarige] de traumatische ervaringen heeft opgedaan. Dit alles maakt dat een terugplaatsing bij de moeder ten tijde van de bestreden beschikking niet in het belang van de verzorging en opvoeding van [de minderjarige] was. Ook een plaatsing bij het door de moeder voorgestelde pleeggezin [Y] is gelet op het voorgaande niet in het belang van [de minderjarige] . Het voorgestelde pleeggezin heeft geen ervaring met het opvangen van kinderen met hechtingsproblemen en trauma, heeft twee thuiswonende kinderen (waarvan een nog jong en kwetsbaar) en de kans op herbeleving van trauma is op deze plek eveneens groot (het huis staat in de wijk waar de moeder woont). Het hof is dan ook van oordeel dat de kinderrechter de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] terecht heeft verlengd, omdat dit in het belang van de verzorging en opvoeding van [de minderjarige] noodzakelijk was.