ECLI:NL:GHAMS:2019:2566

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 juli 2019
Publicatiedatum
22 juli 2019
Zaaknummer
23-001494-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep op basis van artikel 416 lid 2 Sv

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 juli 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte, die eerder was veroordeeld door de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft het parketnummer 15-059557-18, waartegen de verdachte in hoger beroep was gegaan. Tijdens de zitting op 5 juli 2019 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat het hoger beroep op 8 augustus 2018 was geopend, maar vervolgens was geschorst. De raadsman van de verdachte heeft op 28 juni 2019 aangegeven dat de verdachte het hoger beroep niet wenst te handhaven. Dit betekent dat de verdachte geacht moet worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof geoordeeld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat gediend is met nader onderzoek van de zaak. Daarom heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting op 5 juli 2019.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001494-18
datum uitspraak: 5 juli 2019
TEGENSPRAAK (verdachte op eerdere zitting in hoger beroep verschenen)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 10 april 2018 in de strafzaak onder parketnummer
15-059557-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1959,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 juli 2019.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is op 8 augustus 2018 geopend en geschorst.
Blijkens de brief van de raadsman van 28 juni 2019 wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven, zodat hij geacht moet worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken. Daarom zal hij, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. E. van Die en mr. M.P. van der Stroom, in tegenwoordigheid van mr. L. van Dijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
5 juli 2019.
Mrs. E. van Die en M.P. van der Stroom zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.