ECLI:NL:GHAMS:2019:2502
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens geslaagd beroep op noodweer en gebrek aan pijn of letsel
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1979, was werkzaam als portier bij een café in Amsterdam en werd beschuldigd van mishandeling van een klant, [slachtoffer], op 30 oktober 2017. De tenlastelegging omvatte het schoppen en trappen tegen het lichaam van [slachtoffer]. Tijdens de zitting in hoger beroep op 17 juni 2019 heeft de advocaat-generaal een voorwaardelijke geldboete van € 750,00 geëist, terwijl de raadsman vrijspraak bepleitte op basis van noodweer en het ontbreken van letsel of pijn bij de aangever.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte handelde uit noodweer, omdat hij zich moest verdedigen tegen de agressieve houding van [slachtoffer]. De verdachte heeft [slachtoffer] tweemaal een schop tegen het onderlichaam gegeven om afstand te creëren en zichzelf te beschermen. De laatste trap, die tegen de billen van [slachtoffer] werd gegeven, werd door het hof als onnodig beschouwd, maar er was geen bewijs dat [slachtoffer] pijn had ondervonden of letsel had opgelopen. De camerabeelden ondersteunden de verklaring van de verdachte dat hij slechts een afwerende trap met geringe kracht had gegeven.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde mishandeling, omdat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. De uitspraak benadrukt de toepassing van noodweer in situaties van zelfverdediging en het belang van bewijsvoering in strafzaken.