Uitspraak
[verdachte],
30 minutente worden gereserveerd.
Gerechtshof Amsterdam
Op 12 juni 2019 vond een terechtzitting plaats in het Gerechtshof Amsterdam, waar de enkelvoudige strafkamer de zaak behandelde van een verdachte die niet verschenen was. De verdachte was eerder bij verstek veroordeeld in de eerste aanleg. De raadsman, mr. H.O. de Boer, was aanwezig en verklaarde dat zijn cliënt op de hoogte was van de zitting en hem had gemachtigd om hem te verdedigen. De raadsman voerde aan dat zijn cliënt niet op de hoogte was van de eerdere veroordeling tot gevangenisstraf en dat hij op dit moment geen gevangenisstraf kon ondergaan, gezien de omstandigheden rondom zijn zoontje, die recentelijk in het ziekenhuis was opgenomen.
De advocaat-generaal, mr. M. Spruijt, stelde dat het verzoek tot aanhouding moest worden afgewezen, omdat de zitting slechts een klein gedeelte van de dag in beslag nam en het belang van de verdachte om aanwezig te zijn niet zwaarwegend genoeg was. De raadsman bracht naar voren dat de verdachte een zorgplicht had voor zijn kinderen en dat een gevangenisstraf hem zwaar zou treffen, maar hij kon niet voldoende informatie geven over de persoonlijke omstandigheden van zijn cliënt.
Uiteindelijk besloot de raadsheer dat het verzoek om aanhouding werd toegewezen, mede omdat de zaak in eerste aanleg bij verstek was afgedaan. Het hof schorste het onderzoek voor onbepaalde tijd en beval de oproeping van de verdachte en diens raadsman voor een nader te bepalen terechtzitting. Dit proces-verbaal werd vastgesteld en ondertekend door de raadsheer en de griffier.