ECLI:NL:GHAMS:2019:2430

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 juni 2019
Publicatiedatum
16 juli 2019
Zaaknummer
23-004320-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep op basis van artikel 416 lid 2 Sv

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 juni 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die eerder was veroordeeld door de politierechter in de rechtbank Noord-Holland op 7 december 2017. De verdachte, geboren in 1993, heeft tijdens de terechtzitting aangegeven het hoger beroep niet te willen handhaven. Dit betekent dat hij zijn eerder ingediende bezwaren tegen het vonnis heeft ingetrokken. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat gediend is met nader onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door mr. G. Oldekamp, in aanwezigheid van mr. L. van Dijk, die als griffier fungeerde. De uitspraak benadrukt het belang van de ontvankelijkheid in hoger beroep en de gevolgen van het niet handhaven van het beroep door de verdachte.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer(s) eerste aanleg : 15-170202-17 en 96-092782-15 (TUL)
parketnummer hoger beroep : 23-004320-17
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 12 juni 2019 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 7 december 2017 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte]
voornamen:
geboren: [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Nu namens de verdachte ter terechtzitting te kennen is gegeven dat de verdachte het hoger beroep niet wil handhaven, moet hij geacht worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken, zodat hij, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Gewezen door mr. G. Oldekamp, in bijzijn van mr. L. van Dijk, griffier.
mr. G. Oldekamp