AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel met forse matiging van betalingsverplichting
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 16 februari 2016. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor het aannemen van giften als ambtenaar. Het openbaar ministerie had in eerste aanleg gevorderd dat de veroordeelde een bedrag van € 135.648,00 zou betalen aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit bedrag werd later bijgesteld tot € 95.000,00. De rechtbank had de veroordeelde verplicht tot betaling van € 20.000,00, maar het hof heeft deze beslissing vernietigd en een nieuwe schatting gemaakt van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Het hof heeft de opbrengst per week per marktmeester geschat op € 210,00 voor de periode van 1 april 2001 tot 11 januari 2010, en heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde, waaronder zijn beperkte financiële draagkracht en de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure. Het hof heeft uiteindelijk de betalingsverplichting vastgesteld op € 5.000,00, na een forse matiging van het oorspronkelijk gevorderde bedrag. De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, en het hof heeft de ontnemingsmaatregel opgelegd ter ontneming van het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel.
Voetnoten
1.Proces-verbaal berekening wederrechtelijk verkregen voordeel van 16 maart 2010 met nummer [nummer] de veroordeelde betreffende, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] (hierna: Proces-verbaal berekening wederrechtelijk verkregen voordeel).
2.Arrest Hof Amsterdam 17 juli 2015, parketnummer 23-005341-13, p. 5.
3.Proces-verbaal berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, p. 14.
4.Arrest Hof Amsterdam 17 juli 2015, parketnummer 23-005341-13, p. 5.
5.Proces-verbaal berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, p. 14.
6.Arrest Hof Amsterdam 17 juli 2015, parketnummer 23-005341-13, p. 7 en Proces-verbaal berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, p. 14.
7.Proces-verbaal berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, p. 18 - 19.
8.Een proces-verbaal van verhoor van getuige [medeverdachte 3] van 19 augustus 2014, opgemaakt door mr. V. Zuiderbaan, rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Amsterdam, p. 4; en een proces-verbaal van verhoor van getuige [medeverdachte 4] van 25 september 2014, opgemaakt door mr. V. Zuiderbaan, rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Amsterdam, p. 3.
9.Een proces-verbaal van verhoor van getuige [medeverdachte 3] van 19 augustus 2014, opgemaakt door mr. V. Zuiderbaan, rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Amsterdam, p. 4.
10.Een proces-verbaal van verhoor van getuige [medeverdachte 4] van 25 september 2014, opgemaakt door mr. V. Zuiderbaan, rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Amsterdam, p. 3 – 4.