Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Stukken van het geding
3.Feiten
Zou u dit voor mij kunnen verduidelijken en aangeven wat wij nou werkelijk daarvan moeten betalen? (….)
In de bijlage de bruto netto berekening van alle afgelopen maanden.
Opdrachtgever stelt zich op het standpunt dat de rechter zich meer dan voldoende over de casus heeft uitgelaten en veroordeeld tot betaling.
4.Standpunt van klagers
5.Standpunt van de gerechtsdeurwaarder
6.Beoordeling
nettoverschuldigde bedrag was. Het feit dat de schuldenaar zelf, zoals de gerechtsdeurwaarder ter zitting terecht naar voren heeft gebracht, verantwoordelijk is voor een bruto/netto berekening van het verschuldigde bedrag, doet hieraan niet af. Nadat klager sub 1 bij e-mailbericht van 4 mei 2017 een bruto/netto berekening aan de gerechtsdeurwaarder had verstrekt met het verzoek uitsluitsel te geven over het netto verschuldigde bedrag, heeft de gerechtsdeurwaarder de berekening aan zijn opdrachtgever voorgelegd. Eerst bij e-mail van 1 juni 2017 heeft de gerechtsdeurwaarder klager sub 1 uiteindelijk bericht over de openstaande vordering. Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder naar voren gebracht dat zijn opdrachtgever pas op 29 mei 2017 heeft gereageerd, zodat hij klagers niet eerder heeft kunnen informeren. Naar het oordeel van het hof had het op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen om zijn opdrachtgever te rappelleren. Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder verklaard dat hij dit op 17 mei 2017 heeft gedaan, maar dat heeft hij niet aan klagers kenbaar gemaakt. Klagers hebben hierdoor te lang in onzekerheid verkeerd over de vraag welk bedrag nu uiteindelijk verschuldigd was. Dit geldt evenzeer ten aanzien van hun terechte vragen over de door de gerechtsdeurwaarder gehanteerde rente. Hoewel klagers reeds op 25 april 2017 hebben geklaagd over de hantering van een onjuist rentepercentage – hetgeen door de gerechtsdeurwaarder uiteindelijk ook is erkend – hanteerde de gerechtsdeurwaarder ten tijde van de beslagleggingen op 8 en 9 juni 2017 nog steeds dit onjuiste rentepercentage.
nettobedragen dus niet op het brutobedrag. Dat hij een en ander heeft nagelaten, waardoor ten laste van klagers onnodige kosten zijn gemaakt, valt hem tuchtrechtelijk aan te rekenen. Hetzelfde geldt voor het feit dat de gelegde beslagen vervolgens op 12 juni 2017 per afzonderlijk exploten aan klagers zijn betekend, waarvan alle kosten zijn doorberekend. Op basis van vaste tuchtrechtspraak geldt immers dat als ambtshandelingen bij één exploot kunnen worden gedaan, zij in beginsel ook bij één exploot dienen te worden gedaan. Ook dit klachtonderdeel acht het hof, evenals de kamer, daarom gegrond.