Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
MACEDONIAN THRACE BREWERY S.A.,
ATHENIAN BREWERY S.A.,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep van Macedonian Thrace Brewery S.A. (MTB) tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. Het incident is ontstaan uit een vordering tot voeging door Heineken N.V. in de procedure tussen MTB als appellante en Athenian Brewery S.A. (AB) als geïntimeerde. Heineken heeft op 7 augustus 2018 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, dat op 9 mei 2018 werd gewezen. Heineken vorderde in het incident dat zij als gevoegde partij aan de zijde van AB zou worden toegelaten in de appelprocedure. AB heeft deze vordering ondersteund, terwijl MTB zich heeft gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat aan de eisen van artikel 217 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is voldaan. De vordering tot voeging van Heineken aan de zijde van AB is toegewezen. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. Het hof heeft de zaak vervolgens naar de rol verwezen voor het nemen van een memorie van antwoord door zowel Heineken als AB. Dit arrest is op 25 juni 2019 uitgesproken door de meervoudige burgerlijke kamer van het hof.