ECLI:NL:GHAMS:2019:2120
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep na twijfel over betrouwbaarheid verklaringen aangeefsters
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van mishandeling van twee aangeefsters op 1 december 2014 te Zaandam. De tenlastelegging omvatte het vastpakken van de eerste aangeefster bij de keel en het slaan van de tweede aangeefster. Tijdens de zitting in hoger beroep op 11 juni 2019 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte schuldig zou worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel. De raadsman van de verdachte heeft echter bepleit dat de verdachte vrijgesproken moest worden, omdat de verdachte enkel afwerende bewegingen had gemaakt en geen mishandelingen had gepleegd. De verklaringen van de aangeefsters werden door de verdediging als onbetrouwbaar bestempeld, vooral omdat de tweede aangeefster na het incident niet de politie had ingeschakeld maar een vriend. Het hof heeft de verklaringen van de aangeefsters niet zonder meer betrouwbaar geacht en heeft geconcludeerd dat de lezing van de verdachte niet als onaannemelijk terzijde kon worden gesteld. Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het tenlastegelegde had begaan, en heeft de verdachte vrijgesproken. Het vonnis van de politierechter werd vernietigd en het hof deed opnieuw recht.