ECLI:NL:GHAMS:2019:2115
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake mishandeling met slaande bewegingen en duw
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een verdachte die is veroordeeld voor mishandeling, waarbij de aangever op de grond viel en pijn ondervond aan zijn lichaam. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, dat op 10 februari 2017 was uitgesproken. Tijdens de zittingen in hoger beroep op 9 juli 2018 en 11 juni 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die dezelfde straf eiste als in eerste aanleg was opgelegd. De raadsvrouw van de verdachte voerde aan dat de verdachte ten onrechte was veroordeeld, omdat er geen letsel was vastgesteld bij de aangever. Het hof verwierp dit verweer en oordeelde dat de verdachte wel degelijk slaande bewegingen had gemaakt en de aangever een duw had gegeven, wat leidde tot de val en de daaruit voortvloeiende pijn en letsel. Het hof bevestigde het vonnis waarvan beroep, met uitzondering van een specifieke paragraaf en de beslissing op de vordering van de benadeelde partij, die in eerste aanleg niet-ontvankelijk was verklaard. Het arrest werd uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof.