ECLI:NL:GHAMS:2019:2115

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 juni 2019
Publicatiedatum
26 juni 2019
Zaaknummer
23-000720-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake mishandeling met slaande bewegingen en duw

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een verdachte die is veroordeeld voor mishandeling, waarbij de aangever op de grond viel en pijn ondervond aan zijn lichaam. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, dat op 10 februari 2017 was uitgesproken. Tijdens de zittingen in hoger beroep op 9 juli 2018 en 11 juni 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die dezelfde straf eiste als in eerste aanleg was opgelegd. De raadsvrouw van de verdachte voerde aan dat de verdachte ten onrechte was veroordeeld, omdat er geen letsel was vastgesteld bij de aangever. Het hof verwierp dit verweer en oordeelde dat de verdachte wel degelijk slaande bewegingen had gemaakt en de aangever een duw had gegeven, wat leidde tot de val en de daaruit voortvloeiende pijn en letsel. Het hof bevestigde het vonnis waarvan beroep, met uitzondering van een specifieke paragraaf en de beslissing op de vordering van de benadeelde partij, die in eerste aanleg niet-ontvankelijk was verklaard. Het arrest werd uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-000720-17
Datum uitspraak: 25 juni 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 10 februari 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-242215-16 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 9 juli 2018, 11 juni 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met weglating van paragraaf 3.2 van het vonnis, met uitzondering van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij (de benadeelde partij is in eerste aanleg niet-ontvankelijk verklaard) en met de navolgende bewijsoverweging.

Bewijsoverweging

De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de verdachte ten onrechte is veroordeeld omdat de verdachte de aangever een duw heeft gegeven en zwaaiende bewegingen met zijn armen heeft gemaakt, maar bij de aangever geen pijn of letsel is vastgesteld. Het geven van een enkele duw kan niet leiden tot een bewezenverklaring.
Het hof verwerpt dit verweer en overweegt als volgt. Op grond van de bewijsmiddelen staat vast dat de verdachte slaande bewegingen in de richting van de aangever heeft gemaakt en hem een duw heeft gegeven. Als gevolg van de duw is de aangever op de grond gevallen, waarna hij pijn in zijn schouder, pols, borst en hoofd heeft ondervonden en een omgeklapte of verstuikte pols bleek te hebben.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.D. van Heffen, mr. A.M. van Woensel en mr. M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van S. den Hartog, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 25 juni 2019.
mr. M.A.H. van Dalen-van Bekkum is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
[…]