ECLI:NL:GHAMS:2019:1985
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging hoofdverblijfplaats van een minderjarige in het kader van een echtscheiding met internationale elementen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de hoofdverblijfplaats van een minderjarige, geboren uit een huwelijk dat in 2018 is ontbonden. De man, verzoeker in principaal hoger beroep, woont in het Verenigd Koninkrijk en heeft de Italiaanse nationaliteit, terwijl de vrouw, verweerster in principaal hoger beroep, in Nederland woont en zowel de Nederlandse als Britse nationaliteit heeft. De minderjarige, die ook drie nationaliteiten heeft, heeft sinds 12 december 2018 bij de vrouw gewoond en gaat naar school in Nederland. De man verzocht om de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij hem te bepalen, terwijl de vrouw verzocht om de hoofdverblijfplaats bij haar te behouden. Het hof heeft de belangen van de minderjarige afgewogen, waaronder de noodzaak van continuïteit en stabiliteit in zijn leven. Het hof oordeelde dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de man moet worden bepaald, met ingang van 1 augustus 2019, en dat de zorgregeling zodanig moet worden aangepast dat de vrouw drie weekenden per vier weken zorg heeft, met een regeling voor Skype-contact tussen de minderjarige en de ouder bij wie hij niet verblijft. De beslissing is genomen met het oog op het belang van de minderjarige en de noodzaak om zijn contact met beide ouders te waarborgen.