3.1. (i) [appellant] heeft op 23 maart 2006 bij Eurofintus Financieringen B.V. (hierna: Eurofintus) een doorlopend krediet afgesloten met een limiet van € 21.000,- tegen een kredietvergoeding van 0,6% per maand.
(ii) Eurofintus en [appellant] hebben in juni 2008 en juni 2010 betalingsregelingen getroffen voor de aflossing van het doorlopend krediet, welke [appellant] niet (volledig) is nagekomen.
(iii) Eurofintus heeft bij het Bureau Krediet Registratie (hierna: BKR) melding
gemaakt van de betalingsachterstand van [appellant] , wat heeft geleid tot een
zogenoemde A-codering op 8 juli 2010 en een 2-codering op 20 januari 2011 in het Centraal Krediet Informatiesysteem van het BKR (hierna: CKI). Op 4 februari 2015 is door Hoist in het CKI met betrekking tot de kredietovereenkomst een 3-codering geplaatst.
Hiernaast zijn op enig moment door Finqus B.V. en Wehkamp Finance B.V. coderingen in het CKI geplaatst.
(iv) Bij verstekvonnis van 7 maart 2012 van de kantonrechter in de rechtbank
Assen is [appellant] , kort gezegd, veroordeeld tot betaling aan Eurofintus van € 21.901,23
ter zake het doorlopend krediet. Bij exploot van 30 mei 2012 is dat vonnis aan
[appellant] betekend met bevel tot betaling over te gaan.
( v) Bij beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 13 januari 2013 is
ten aanzien van [appellant] de WSNP uitgesproken.
(vi) Volgens Hoist heeft Eurofintus de vordering op [appellant] uit hoofde van de kredietovereenkomst in oktober 2013 aan Hoist Portfolio Holding Limited overgedragen die deze vordering op haar beurt (in mei 2018) aan Hoist heeft overgedragen.
(vii) [appellant] heeft eind 2014 aan zijn schuldeisers een liquidatieakkoord
aangeboden. Het WSNP-traject van [appellant] is geëindigd na homologatie van het
akkoord bij beschikking van 27 januari 2015 van de rechtbank Noord-Nederland.
(viii) Het bedrag dat [appellant] na de homologatie van het akkoord aan Hoist (althans haar rechtsvoorgangster) heeft betaald bedroeg € 1.781,38. Dit was 8,7% van de totale vordering op dat moment.
(ix) [appellant] heeft meerdere verzoeken gedaan bij zijn voormalige schuldeisers
tot verwijdering van de onder iii genoemde BKR-registraties. Hoist (althans haar rechtsvoorgangster) heeft de verzoeken van [appellant] tot verwijdering op 18 oktober 2017, 23 april 2018 en op 7 september 2018 afgewezen.
Finqus B.V. en Wehkamp Finance B.V. hebben [appellant] op respectievelijk 9 augustus 2018 en 17 augustus 2018 bericht een belangenafweging te hebben gemaakt en op grond daarvan de BKR-registratie te zullen verwijderen.
( x) Rabobank heeft [appellant] op 2 februari 2018 en 31 juli 2018 bericht geen
hypothecaire geldlening aan hem te kunnen verstrekken vanwege de BKR-registratie.