ECLI:NL:GHAMS:2019:1905
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de vraag of er sprake is van een koopovereenkomst na ondertekening van een formulier
In deze zaak, die een vervolg is op een tussenarrest van 27 maart 2018, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen Design Bouw B.V., appellante, en twee geïntimeerden over de vraag of er een koopovereenkomst tot stand is gekomen na ondertekening van een formulier. Design Bouw stelt dat er een koopovereenkomst is gesloten, terwijl de geïntimeerden betwisten dat dit het geval is. Het hof heeft in het tussenarrest de geïntimeerden toegelaten tot tegenbewijs. Tijdens de bewijslevering hebben de geïntimeerden verklaard dat zij onder druk zijn gezet door de vertegenwoordiger van Design Bouw, de heer [A], om het formulier te ondertekenen, waarbij hen werd verteld dat het om een vrijblijvende offerte ging. De verklaringen van de geïntimeerden zijn door de heer [A] niet overtuigend ontkracht. Het hof oordeelt dat de geïntimeerden redelijkerwijs mochten aannemen dat er geen koopovereenkomst was gesloten, gezien de omstandigheden waaronder het formulier werd ondertekend en de verklaringen van de betrokken partijen. Het hof concludeert dat de geïntimeerden in hun tegenbewijs zijn geslaagd en dat de vorderingen van Design Bouw terecht zijn afgewezen. Het vonnis van de rechtbank wordt bekrachtigd en Design Bouw wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.