ECLI:NL:GHAMS:2019:1890

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 januari 2019
Publicatiedatum
14 juni 2019
Zaaknummer
23-003272-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belediging van ambtenaren van de Koninklijke Marechaussee te Schiphol

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte is beschuldigd van het opzettelijk beledigen van twee wachtmeesters van de Koninklijke Marechaussee op 13 juni 2017 te Schiphol. De tenlastelegging omvatte beledigende uitspraken die de verdachte deed tegen de ambtenaren tijdens de rechtmatige uitoefening van hun functie. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte werd eerder veroordeeld tot een geldboete van € 200,00, te vervangen door vier dagen hechtenis, waarvan een deel voorwaardelijk. Het hof heeft de ernst van de belediging en het gebrek aan respect voor het openbaar gezag in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De verdachte had eerder al een veroordeling op zijn naam staan, wat ook is meegewogen in de beslissing. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte opnieuw veroordeeld tot een geldboete van € 200,00 en vier dagen hechtenis, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003272-17
datum uitspraak: 16 januari 2019
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 18 september 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-104979-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1957,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 16 januari 2019.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 13 juni 2017 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer opzettelijk een ambtenaar, [naam 1], wachtmeester der eerste klasse der Koninklijke Marechaussee en/of [naam 2], wachtmeester der eerste klasse der Koninklijke Marechaussee, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door [naam 1] de woorden toe te voegen: 'je bent een klootzak en een lul' en/of 'heb je geen opleiding gehad ofzo, jij bent dom' en/of vervolgens door [naam 2] de woorden toe te voegen: 'jullie zijn gewoon nazi's, ik hoop dat jullie je doodrijden tegen een bus', althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 13 juni 2017 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer opzettelijk een ambtenaar, [naam 1], wachtmeester der eerste klasse der Koninklijke Marechaussee en [naam 2], wachtmeester der eerste klasse der Koninklijke Marechaussee, gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door [naam 1] de woorden toe te voegen: 'je bent een klootzak en een lul' en 'heb je geen opleiding gehad ofzo, jij bent dom' en vervolgens door [naam 2] de woorden toe te voegen: 'jullie zijn gewoon nazi's, ik hoop dat jullie je doodrijden tegen een bus'.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 200,00, te vervangen door vier dagen hechtenis, waarvan € 100,00, te vervangen door twee dagen hechtenis, voorwaardelijk.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 200,00, te vervangen door vier dagen hechtenis.
De verdachte heeft zich niet uitgelaten over de straf, omdat hij vroegtijdig de zittingszaal heeft verlaten.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft op de bewezen verklaarde wijze de twee wachtmeesters van de Koninklijke Marechaussee beledigd. Zodoende heeft hij deze ambtenaren in hun eer en goede naam aangerand en ervan blijk gegeven geen respect te hebben voor het openbaar gezag.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 31 december 2018 is de verdachte in 2013 schuldig verklaard zonder oplegging van straf of maatregel wegens bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht van een slachtoffer met een publieke taak. Dat heeft hem kennelijk niet weerhouden van zijn nu bewezenverklaarde strafbaar handelen.
Het hof acht, alles afwegende, een geldboete van na te melden hoogte passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c, 57, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 200,00 (tweehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
4 (vier) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. G. Oldekamp, mr. P.C. Kortenhorst en mr. R. Kuiper, in tegenwoordigheid van mr. C. de Beer, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 16 januari 2019.
mr. P.C. Kortenhorst en mr. R. Kuiper zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.