ECLI:NL:GHAMS:2019:1889

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 januari 2019
Publicatiedatum
14 juni 2019
Zaaknummer
23-004459-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis met uitzondering van bijzondere voorwaarden in hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 11 december 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1973, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarbij bijzondere voorwaarden waren opgelegd. Tijdens de zitting in hoger beroep op 16 januari 2019 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte na het feit is verhuisd naar Leeuwarden en sindsdien niet meer met de politie in aanraking is geweest. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten om de opgelegde bijzondere voorwaarden te vernietigen, omdat er geen aanleiding meer is om deze op te leggen. Het hof bevestigt het vonnis voor het overige, met inachtneming van de nieuwe situatie van de verdachte, die ook in het kader van jeugdbeschermingsmaatregelen een behandeling ondergaat. Het arrest is uitgesproken op een openbare terechtzitting en is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004459-17
datum uitspraak: 30 januari 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 11 december 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-112616-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1973,
laatst bekende adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 16 januari 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de door de politierechter opgelegde bijzondere voorwaarden en de motivering daarvan. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd, omdat het hof geen bijzondere voorwaarden zal opleggen. Het hof ziet daarvoor geen aanleiding (meer), in beschouwing genomen dat de verdachte na het feit is verhuisd naar Leeuwarden en daar een nieuw bestaan aan het opbouwen is. Sedert dit feit is de verdachte niet opnieuw met de politie in aanraking geweest. Nu aan de verdachte ook in het kader van jeugdbeschermingsmaatregelen met betrekking tot haar kind is voorgesteld een behandeling te ondergaan, ziet het hof niet de noodzaak om daar ook een strafrechtelijke behandelverplichting aan toe te voegen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep, maar uitsluitend voor zover daarbij aan de voorwaardelijk opgelegde taakstraf bijzondere voorwaarden zijn verbonden.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. G. Oldekamp, mr. P.C. Kortenhorst en mr. R. Kuiper, in tegenwoordigheid van mr. C. de Beer, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 30 januari 2019.
[…]