ECLI:NL:GHAMS:2019:1888

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 januari 2019
Publicatiedatum
14 juni 2019
Zaaknummer
23-003152-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor opzettelijk niet voldoen aan een bevel van de burgemeester

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor het opzettelijk niet voldoen aan bevelen van de burgemeester van Amsterdam, gegeven krachtens de Gemeentewet en de Algemene Plaatselijke Verordening. De tenlastelegging betrof twee incidenten: op 4 augustus 2018 en 13 augustus 2018, waarbij de verdachte zich niet hield aan een gebiedsverbod en een 24-uurs verwijderingsbevel. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte recidivist is en eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. De politierechter had de verdachte in eerste aanleg een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf opgelegd, maar het hof heeft deze beslissing vernietigd en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden opgelegd. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, evenals de persoon van de verdachte. De verdachte heeft de bevelen van het openbaar gezag genegeerd, wat het hof zwaar heeft aangerekend. De op te leggen straf is gebaseerd op de artikelen 57, 63 en 184 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003152-18
datum uitspraak: 16 januari 2019
VERSTEK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 30 augustus 2018 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-154487-18 en 13-159400-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 16 januari 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Zaak met parketnummer 13-154487-18:
hij op 4 augustus 2018 te 23:40 uur te Amsterdam opzettelijk niet heeft voldaan aan een krachtens artikel 172 en/of 177 van de Gemeentewet en/of 2.9A van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008, in elk geval krachtens wettelijk voorschrift, door of namens de burgemeester van Amsterdam (zijnde een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast) gegeven bevel, te weten 18/00640, inhoudende -zakelijk weergegeven - om zich uit het dealeroverlastgebied DOG 2.0, althans uit een door de burgemeester aangewezen gebied, te verwijderen en zich daar gedurende 3 maanden niet meer te bevinden;
Zaak met parketnummer 13-159400-18:
hij op of omstreeks 13 augustus 2018 te 01:27 uur te Amsterdam opzettelijk niet heeft voldaan aan een krachtens artikel 172 en/of 177 van de Gemeentewet en/of 2.9 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008, in elk geval krachtens wettelijk voorschrift, door of namens de burgemeester van Amsterdam (zijnde een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast) gegeven bevel, inhoudende - zakelijk weergegeven - om zich uit het overlastgebied 1 Centrum, althans uit een door de burgemeester aangewezen gebied, te verwijderen en zich daar gedurende 24 uur niet meer te bevinden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Dagvaarding in hoger beroep

De dagvaarding is geldig op gronden zoals deze zijn opgenomen in het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal om proceseconomische redenen worden vernietigd.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 13‑154487-18 en in de zaak met parketnummer 13-159400-18 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 13-154487-18:
hij op 4 augustus 2018 te 23:40 uur te Amsterdam opzettelijk niet heeft voldaan aan een krachtens artikel 2.9A van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008, namens de burgemeester van Amsterdam zijnde een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast gegeven bevel, te weten 18/00640, om zich uit het dealeroverlastgebied DOG 2.0 te verwijderen en zich daar gedurende 3 maanden niet meer te bevinden;
Zaak met parketnummer 13-159400-18:
hij op 13 augustus 2018 te 01:27 uur te Amsterdam opzettelijk niet heeft voldaan aan een krachtens artikel 2.9 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008, namens de burgemeester van Amsterdam zijnde een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast gegeven bevel, om zich uit het overlastgebied 1 Centrum te verwijderen en zich daar gedurende 24 uur niet meer te bevinden.
Hetgeen in de zaak met parketnummer 13-154487-18 en in de zaak met parketnummer 13-159400-18 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het in de zaak met parketnummer 13-154487-18 en in de zaak met parketnummer 13-159400-18 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in de zaak met parketnummer 13-154487-18 en in de zaak met parketnummer 13-159400-18 bewezen verklaarde levert op:
Telkens: opzettelijk niet voldoen aan een bevel of een vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 13-154487-18 en in de zaak met parketnummer 13-159400-18 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg in de zaak met parketnummer 13‑154487-18 en in de zaak met parketnummer 13-159400-18 bewezen verklaarde veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand en een taakstraf voor de duur van veertig uren, te vervangen door twintig dagen hechtenis
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het in de zaak met parketnummer 13‑154487-18 en in de zaak met parketnummer 13-159400-18 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden.
De verdachte heeft per brief, ingekomen op 10 september 2018, verzocht één straf op te leggen en hierbij geen rekening te houden met eerdere veroordelingen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich op 4 augustus 2018 en 13 augustus 2018 schuldig gemaakt aan het opzettelijk niet voldoen aan een gebiedsverbod en een zogenaamd 24-uurs verwijderingsbevel dat hem was gegeven. Door aldus te handelen heeft de verdachte bevelen, door het openbaar gezag gegeven ter handhaving van de openbare orde, genegeerd. Het hof rekent dit de verdachte aan.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 31 december 2018 is de verdachte veelvuldig onherroepelijk veroordeeld, onder meer voor soortgelijke feiten, en is hem de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders opgelegd. Deze veroordelingen hebben hem echter niet weerhouden van het opnieuw begaan van vergelijkbare feiten.
Het hof acht, alles afwegende, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden passend en geboden. Een lichtere strafmodaliteit komt – gelet op verdachtes recidive en de aard van de feiten – thans niet meer in aanmerking.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 57, 63 en 184 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 13-154487-18 en in de zaak met parketnummer 13-159400-18 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 13-154487-18 en in de zaak met parketnummer 13-159400-18 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. G. Oldekamp, mr. M.J.A. Plaisier en mr. R. Kuiper, in tegenwoordigheid van mr. C. de Beer, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 16 januari 2019.