In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor het opzettelijk niet voldoen aan bevelen van de burgemeester van Amsterdam, gegeven krachtens de Gemeentewet en de Algemene Plaatselijke Verordening. De tenlastelegging betrof twee incidenten: op 4 augustus 2018 en 13 augustus 2018, waarbij de verdachte zich niet hield aan een gebiedsverbod en een 24-uurs verwijderingsbevel. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte recidivist is en eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. De politierechter had de verdachte in eerste aanleg een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf opgelegd, maar het hof heeft deze beslissing vernietigd en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden opgelegd. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, evenals de persoon van de verdachte. De verdachte heeft de bevelen van het openbaar gezag genegeerd, wat het hof zwaar heeft aangerekend. De op te leggen straf is gebaseerd op de artikelen 57, 63 en 184 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.