ECLI:NL:GHAMS:2019:1871

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 mei 2019
Publicatiedatum
13 juni 2019
Zaaknummer
23-002018-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest inzake gebiedsverbod en ne bis in idem beginsel in hoger beroep

Dit tussenarrest van het Gerechtshof Amsterdam is gewezen op 21 mei 2019 in het kader van een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 28 mei 2018 werd uitgesproken. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1999, die in hoger beroep is gegaan tegen de eerdere uitspraak. Tijdens de zitting op 7 mei 2019 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het vonnis van de politierechter wordt bevestigd. De raadsman van de verdachte heeft echter betoogd dat de vervolging in strijd is met artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht, verwijzend naar een eerder arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 9 oktober 2018 (ECLI:NL:2018:3968).

Het hof heeft vastgesteld dat het onderzoek in deze zaak niet volledig is geweest en dat zowel het openbaar ministerie als de verdediging beroep in cassatie hebben ingesteld tegen het eerdere arrest. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten de beslissing in deze zaak op te schorten in afwachting van de uitspraak van de Hoge Raad. Het hof heeft het onderzoek heropend en geschorst, en zal de hervatting van het onderzoek op een nader te bepalen datum gelasten.

In de beslissing heeft het hof ook bevolen dat de verdachte en zijn raadsman worden opgeroepen voor de nog nader te bepalen terechtzitting. Dit arrest is uitgesproken in de openbare zitting van het gerechtshof en is ondertekend door de rechters, hoewel twee van hen buiten staat waren om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002018-18
datum uitspraak: 21 mei 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Tussenarrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 28 mei 2018 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-258299-17 en 13-036184-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1999,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 7 mei 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.
Op de terechtzitting in hoger beroep van 7 mei 2019 is het onderzoek in deze strafzaak gehouden en gesloten.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
De raadsman heeft ter terechtzitting betoogd dat, gelet op het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 9 oktober 2018 (ECLI:NL:2018:3968) in een vergelijkbare zaak, het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard moet worden in de vervolging ten aanzien van beide ten laste gelegde feiten, omdat vervolging in strijd is met artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht.
Onder de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest. Het hof heeft geconstateerd dat zowel door het openbaar ministerie als door de verdediging beroep in cassatie is ingesteld tegen voornoemd arrest. Het hof acht het noodzakelijk de beslissing in de onderhavige zaak op te schorten in afwachting van de uitspraak van de Hoge Raad in die zaak.
Het hof zal daartoe het onderzoek heropenen, schorsen en de hervatting van het onderzoek ter terechtzitting op een nader te bepalen datum gelasten.

Beslissing

Het hof:
Heropent het gesloten onderzoek, schorst dit in het belang ervan en beveelt de hervatting van het onderzoek op een nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van de verdachte en de raadsman van de verdachte tegen de nog nader te bepalen terechtzitting.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.J.I. de Jong, mr. G. Oldekamp en mr. C.N. Dalebout, in tegenwoordigheid van C.N. Aalders, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 mei 2019.
Mr. J.J.I. de Jong en mr. G. Oldekamp zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[…]