ECLI:NL:GHAMS:2019:1859

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 april 2019
Publicatiedatum
13 juni 2019
Zaaknummer
23-002573-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake niet houden aan ambtelijk bevel en gebiedsverbod

Op 2 april 2019 vond de terechtzitting plaats in de enkelvoudige strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een hoger beroep van een verdachte die niet aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn raadsman, mr. B.H.J. van Rhijn. De verdachte, geboren in 1982, heeft problemen met zijn huisvesting en overtreedt regelmatig de opgelegde gebiedsverboden, wat leidt tot gevangenisstraffen. De politierechter had eerder een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. De raadsman pleitte voor een (gedeeltelijk) voorwaardelijke taakstraf met reclasseringstoezicht, om de vicieuze cirkel van de verdachte te doorbreken. De raadsheer, H.M.J. Quaedvlieg, stelde dat het niet voor de hand ligt om reclasseringstoezicht op te leggen zonder advies van de reclassering. De advocaat-generaal steunde het verzoek om aanhouding van de strafzaak voor het opstellen van een reclasseringsrapport. De raadsman was bezorgd dat een aanhouding voor onbepaalde tijd zou leiden tot verdere uitstel. Uiteindelijk besloot de raadsheer het onderzoek voor onbepaalde tijd te schorsen, met de opdracht aan de reclassering om de situatie van de verdachte te onderzoeken en te bepalen of hij bereid is tot medewerking aan reclasseringstoezicht. De zaak wordt later opnieuw behandeld, waarbij de verdachte en zijn raadsman opnieuw zullen worden opgeroepen.

Uitspraak

Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de enkelvoudige strafkamer van dit gerechtshof op 2 april 2019.
Tegenwoordig zijn:
mr. H.M.J. Quaedvlieg, raadsheer,
C.N. Aalders, griffier.
Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. M.M. Steinmetz, advocaat-generaal.
De raadsheer doet de zaak tegen de hierna te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte, opgeroepen als

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1982,
adres: [adres].
is niet verschenen.
Als raadsman van de verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. B.H.J. van Rhijn, advocaat te Doorn, die meedeelt dat de verdachte op de hoogte is van de zitting en dat hij uitdrukkelijk is gemachtigd als raadsman de verdachte te verdedigen.
De raadsman voert het woord als volgt:
De reden van het hoger beroep is gelegen in de strafmaat/modaliteit. Mijn cliënt heeft veel problemen met zijn huisvesting; hij is op zoek naar een woning. Omdat hij geen vaste stek heeft, overtreedt hij vaak de hem opgelegde gebiedsverboden, met gevangenisstraffen als gevolg. De politierechter heeft in deze zaak een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd aan mijn cliënt. Ik vind het van belang dat de vicieuze cirkel waarin mijn cliënt terecht is gekomen, wordt doorbroken. Daar heeft hij hulp bij nodig. Derhalve zal ik primair pleiten voor een (gedeeltelijk) voorwaardelijke taakstraf met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht. U, raadsheer, brengt naar voren dat het niet voor de hand ligt om reclasseringstoezicht op te leggen zonder daartoe strekkend advies van de reclassering. Mocht u menen dat dit niet mogelijk of niet wenselijk is, verzoek ik subsidiair de zaak aan te houden ten behoeve van het opstellen van een reclasseringsrapport.
De advocaat-generaal voert het volgende aan:
De gehele situatie in beschouwing genomen rest er slechts één optie en dat is aanhouding van de strafzaak voor het opstellen van een reclasseringsrapport.
De raadsman reageert als volgt:
Het aanhouden van de strafzaak voor onbepaalde tijd zal weer tot uitstel leiden. Zodoende persisteer ik bij mijn primaire standpunt.
De raadsheer overweegt dat het van belang is dat het leven van de verdachte een andere wending neemt en acht het daarom van belang dat de reclassering onderzoekt of zij hieraan een bijdrage kan leveren en, zo ja, of de verdachte bereid is zijn medewerking aan reclasseringstoezicht te verlenen. De raadsheer begrijpt de advocaat-generaal aldus dat zij aan de reclassering een daartoe strekkende opdracht zal geven. Gelet daarop schorst de raadsheer het onderzoek voor onbepaalde tijd, met bevel tot oproeping van de verdachte en zijn raadsman tegen de dag en het tijdstip van de nader te bepalen terechtzitting.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de raadsheer en de griffier is vastgesteld en ondertekend.