Uitspraak
[verdachte]
Kwalificatie van het bewezen verklaarde
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
28 (achtentwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 24 juli 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1994, werd beschuldigd van het rijden van een personenauto terwijl zijn rijbewijs was ingevorderd. Dit feit vond plaats op 25 april 2018 te Amsterdam. De rechtbank had eerder een vonnis uitgesproken, maar de verdachte ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 28 uren en 14 dagen hechtenis, met de mogelijkheid dat deze hechtenis vervangen kan worden indien de taakstraf naar behoren wordt verricht. De relevante wettelijke bepalingen die in deze zaak van toepassing zijn, zijn onder andere artikel 9, zevende lid, van de Wegenverkeerswet 1994, en de artikelen 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht.
De verdachte en de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht om beroep in cassatie in te stellen, wat betekent dat de uitspraak van het hof definitief is. Deze zaak benadrukt de ernst van het rijden zonder geldig rijbewijs en de gevolgen die dit kan hebben voor de betrokkenen.