Uitspraak
[verdachte 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) dagen.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte die werd beschuldigd van het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs. De zaak was eerder behandeld in eerste aanleg, waar het vonnis op 20 maart 2018 werd uitgesproken. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd ten aanzien van de opgelegde straf en heeft in zoverre opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht dagen. Het hof heeft het vonnis voor het overige bevestigd.
De relevante wettelijke voorschriften die in deze zaak van toepassing zijn, zijn de artikelen 9, 63 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994. Deze artikelen zijn toegepast zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde. De uitspraak van het hof is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. L. van Dijk, en is een belangrijke uitspraak in het kader van verkeersdelicten en de geldigheid van rijbewijzen.
De zaak benadrukt de ernst van het rijden zonder geldig rijbewijs en de gevolgen die dit kan hebben voor de betrokkenen. Het hof heeft de strafmaat opnieuw beoordeeld en een gevangenisstraf opgelegd, wat aangeeft dat het hof de overtreding serieus neemt en de noodzaak van handhaving van verkeersregels onderstreept.