Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep
- [adres 2];
- [adres 3];
- [adres 4];
- [adres 5].
Gerechtshof Amsterdam
Op 4 februari 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 18 mei 2017. Het hoger beroep was ingesteld door het openbaar ministerie tegen de verdachte, die op dat moment zonder bekende woon- of verblijfplaats was. De zaak werd behandeld in het kader van het strafrecht, onder parketnummer 23-001837-17. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de dagvaarding voor de terechtzitting in hoger beroep niet op de juiste wijze aan de verdachte was betekend. De raadsman had eerder aangegeven dat de verdachte op een specifiek adres in België woonde, maar de dagvaarding was niet naar dat adres verzonden. Hierdoor was de dagvaarding nietig, omdat de verdachte niet op de juiste wijze was opgeroepen om te verschijnen. Het hof heeft, na het horen van de advocaat-generaal en de raadsman, besloten de dagvaarding in hoger beroep nietig te verklaren. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof op 4 februari 2019.