De vrouw is van mening dat de rechtbank alle belangen heeft afgewogen en gerechtvaardigd tot de conclusie is gekomen dat het belang van de vrouw en de kinderen bij de verhuizing zwaarder dient te wegen.
De vrouw benadrukt dat de man al negen jaar werkloos is en al tweeëneenhalf jaar geen vaste verblijfplaats heeft. Ten tijde van het indienen van het verweerschrift in hoger beroep had de man nog steeds geen woning. De man kampt voorts met veel problemen van verschillende aard. De in het ouderschapsplan neergelegde zorgregeling is nooit uitgevoerd. De vrouw acht die zorgregeling niet (langer) in het belang van de kinderen en het is dan ook geen gegeven dat deze regeling zou herleven als de man wel een woning heeft. De vrouw merkt voorts op dat partijen al tijdens het huwelijk hebben gesproken over een verhuizing naar [D] .
Volgens de vrouw bestond er wel degelijk een financiële noodzaak om te verhuizen. De man betaalt geen bijdrage in de kosten van de kinderen. Zij ontvangt een ziektewetuitkering en haar lasten in de [streek] waren te hoog. Zij was afhankelijk van haar ouders en vrienden om rond te komen. De huidige lasten van de vrouw zijn aanzienlijk lager. Zij heeft nu recht op huurtoeslag. De moeder van de vrouw kan voorts financieel niet meer bijspringen nu de vader van de vrouw onlangs is overleden.
De vrouw heeft de verhuizing en de schoolkeuze van de kinderen voorts zeer goed doordacht. Zij heeft contacten met de school gelegd en informatie opgedaan over de hulpverlening en de wijziging van de instantie die de ondertoezichtstelling over de kinderen uitvoert. De vrouw betwist dat de woning gezondheidsrisico’s voor de kinderen meebrengt.
De man werkt niet mee aan een overdracht omdat hij van mening is dat de huidige hulpverlener betrokken moet blijven. De huidige hulpverlening voor [kind A] is echter afgerond en er moet vervolghulpverlening worden ingezet waardoor een wijziging van therapeut in ieder geval aan de orde is.
De vrouw is voorts van mening dat de verhuizing in het belang van de kinderen is. Het gaat goed met de kinderen in hun nieuwe omgeving. Zelfs [kind A] , die aanvankelijk niet blij was met de verhuizing, heeft het erg naar zijn zin. Daarnaast had de vrouw geen netwerk in de [streek] en zij heeft dit nu wel.
De vrouw betwist dat zij het contact tussen de man en de kinderen zou frustreren. Zij wil wel dat de kinderen weten waar zij aan toe zijn. De man komt ondanks afspraken vaak niet opdagen, hij neemt niet alle kinderen mee of brengt ze eerder terug, waardoor de gezinsvoogd heeft voorgesteld het contact te reduceren tot één dag per maand.
De vrouw heeft hier ter zitting in hoger beroep het volgende aan toegevoegd. Het gaat goed met haar sinds de verhuizing, zij is financieel zelfstandig, hetgeen een last van haar schouders heeft gehaald. Zij heeft van de kinderen gehoord dat de man nu een woning heeft, maar zij heeft deze niet gezien. Zij betwist bij gebrek aan wetenschap dat de man een woning heeft. Als de man wel over een woning zou beschikken dan kan er naar een zorgregeling van een weekend in de veertien dagen worden toegewerkt. Zij is voorts van mening dat het niet in het belang van de kinderen is terug te verhuizen naar de [streek] . Zij zijn gesetteld in hun nieuwe omgeving en hebben het naar hun zin. Zij heeft ook geen woning meer in de [streek] en een terugverhuizing zou veel onrust en onzekerheid meebrengen.