In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, Mega Higgins, werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van hennepplanten en het telen daarvan in haar woning te Hippolytushoef. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het aanwezig hebben van 386 hennepplanten en het telen van deze planten in samenwerking met een medeverdachte. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd, omdat het tot andere beslissingen kwam dan de rechtbank. De verdediging voerde aan dat er sprake was van een onrechtmatige doorzoeking door de opsporingsambtenaren, wat zou moeten leiden tot bewijsuitsluiting. Het hof verwierp dit verweer en oordeelde dat de opsporingsambtenaren binnen hun bevoegdheden handelden. Het hof oordeelde dat de verdachte als medepleger van het aanwezig hebben van hennepplanten moest worden aangemerkt, maar als medeplichtige aan het telen van hennep. De verdachte werd vrijgesproken van de diefstal van elektriciteit, omdat er onvoldoende bewijs was voor medeplegen. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, met een vermindering van 20 uren vanwege overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.