ECLI:NL:GHAMS:2019:1697

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 mei 2019
Publicatiedatum
17 mei 2019
Zaaknummer
23-002354-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de zaak van winkeldiefstal

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 29 juni 2018 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1985, die werd beschuldigd van winkeldiefstal. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zitting in hoger beroep op 26 april 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken met een proeftijd van twee jaar heeft geëist. Het hof heeft kennisgenomen van de argumenten van de raadsman van de verdachte en heeft het vonnis van de politierechter in stand gehouden, met de toevoeging van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht aan de toepasselijke wettelijke bepalingen. Het hof bevestigde het vonnis waarvan beroep, waarbij het hof zich verenigde met de overwegingen van de politierechter. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de griffier S. Bonset aanwezig. De uitspraak is openbaar gedaan op 10 mei 2019.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002354-18
datum uitspraak: 10 mei 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 29 juni 2018 in de strafzaak onder parketnummer
13-701969-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
postadres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 26 april 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaar.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht wordt toegevoegd aan de toepasselijke wettelijke bepalingen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A. van Eijk, mr. M.L.M. van der Voet en mr. M. Senden, in tegenwoordigheid van
S. Bonset, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 10 mei 2019.
[…]