In dit artikel, dat grotendeels overeenkomt met het hiervoor onder 2.11. bedoelde concept, staat onder meer het volgende:
“Een nachtmerrie zou het zijn, als de beroemde politiebureaus [c-straat] en [b-straat] op [d-straat] in handen zouden vallen van ‘malafide kopers’. De politie en de gemeente kondigden bij de verkoop van de panden dan ook aan potentiële kopers streng te zullen screenen. Maar is dat goed gegaan? Over de contacten van de mannen die samen met [korpschef [korpschef] ] op de verkoopakte staan, is één en ander op te merken. Twee van de kopers, vastgoedmannen [appellant sub 1] en [appellant sub 2] , zijn de eigenaren van het appartement waar topcrimineel [C] tussen 2006 en 2010 onderdook tijdens zijn jarenlange vlucht voor de politie. Zij onderhielden bovendien nauwe banden met de man die [C] hielp tijdens zijn vlucht: aannemer [A] . Desondanks konden [appellant sub 1] en [appellant sub 2] in augustus de politiepanden kopen, voor 9,5 miljoen euro.
(…)
Begin 2006 worden een aantal handelingen verricht die later cruciaal zullen blijken voor de vlucht van [C] . [appellant sub 1] en [appellant sub 2] kopen de panden op de [a-straat] en [A] begint [ [bedrijf 1] ], dat hij onderbrengt in de inpandige garage van het kantoor van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] (…).
[A] verbouwt de zolderverdieping van de [a-straat] , waar [C] komt te wonen. (…) Ook privé zijn geldstromen: in dezelfde tijd koopt de vrouw van [A] een huis. De financiers: [appellant sub 1] en [appellant sub 2] , op persoonlijke titel.
(…)
In die tijd beschikt [A] over veel geld. Dagelijks neemt hij grote geldbedragen op van de bankrekening van zijn bedrijf: de ene dag achtduizend euro, de volgende dag negenduizend. (…) In een jaar trekt hij ruim zes ton uit [bedrijf 1] , waarvan een ton volstrekt niet is te herleiden. Mogelijk is de rekening van tevoren gespekt en wordt [C] met dat geld onderhouden. In elk geval overhandigt [A] met regelmaat de huur van de [a-straat huisnummer 1] : 3200 euro per maand, contant. Ook ene ‘ [B] ’ levert geld af, maar wie zij is, is onbekend. (…)
In die jaren zijn de drie panden voor [appellant sub 1] en [appellant sub 2] een intensief project. (…) Een bouwvakker die in die tijd aan de panden werkt, kan op een dag door een raam naar binnen kijken. “Daar zag ik hem zitten. [C] . Toen dacht ik wel even: oké … Ik herkende hem omdat ik hem wel eens bij [A] op kantoor had gezien. Daar liepen [appellant sub 1] en [appellant sub 2] ook in en uit.” (…)
De truc met het contante geld dat [A] uit [bedrijf 1] trekt, gaat lang goed. Totdat bij de politie een tip binnenkomt dat ‘bolle [A] naar [C] gaat om geld te brengen’. De methode wordt te riskant en [A] kan (…) [bedrijf 1] niet meer gebruiken. De geldopnames stoppen en [bedrijf 1] gaat prompt failliet.(…)
[A] gaat verder met een andere bv, en blijft gewoon kantoor houden bij [appellant sub 1] en [appellant sub 2] . De banden tussen de drie heren zijn dan nog uitstekend. Ook na zijn faillissement blijft [A] voor hen werken. In 2009 krijgt de vrouw van [A] een tweede hypotheek op hun huis in [plaats 1] . Opnieuw treden [appellant sub 1] en [appellant sub 2] als geldverstrekkers op. Maar [A] komt danig in de knel. Ook zijn nieuwe bedrijfjes gaan failliet. (…) Terwijl de druk op [A] toeneemt, moet hij [C] blijven onderhouden. (…)
Als het stof van de arrestatie is opgetrokken, worden in 2010 in Vrij Nederland vragen gesteld. [appellant sub 2] voert het woord en zegt geschrokken te zijn van het nieuws. “We hebben het opgeknapt en laten verhuren door bemiddelingsbedrijf [bedrijf 2] . Met de bewoners hebben wij niet direct te maken.” Dat is merkwaardig: [bedrijf 2] is het bedrijf dat wordt ingezet om de portefeuille van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] te beheren.
Bovendien blijkt nu dat het bewuste bemiddelingskantoor óók is ingeschreven op het kantoor van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] . Het bedrijf beheert uitsluitend woningen uit hun portefeuille. Wie de eigenaren zijn, is niet te achterhalen: administratiekantoren beheren de vennootschap. Eén ding is zeker: het telefoonnummer van [bedrijf 2] is hetzelfde als dat van de bv waarmee [appellant sub 1] en [appellant sub 2] de politiepanden kochten. (…)
Toen in oktober 2014 werd besloten dat politiebureaus werden verkocht, bedong de gemeente bij de politie dat kopers aan een integriteitsscreening zouden worden onderworpen. De panden vallen in [nummer] , de angst voor louche kopers was groot. Voor de bureaus [b-straat] - en [c-straat] melden zich allerlei geïnteresseerden (…). Maar de voorkeur gaat naar [appellant sub 1] en [appellant sub 2] , terwijl zij tot zijn verdwijning nauwe banden met [A] onderhielden die zijn vriend [C] jaren in hun pand verborgen hield.”