Uitspraak
mr. M.K. ter Horst, kantoorhoudende te Nijmegen,
mr. W.A.J. Hagen, kantoorhoudende te Arnhem,
Het verloop van het geding
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 23 april 2019 een beschikking gegeven inzake de beëindiging van een onderzoek en onmiddellijke voorzieningen met betrekking tot de besloten vennootschap Sturio B.V. Verzoekster, Jacqueline Theodora de Jong, had eerder een verzoek ingediend voor een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Sturio B.V. Dit verzoek was eerder op 26 april 2018 ingewilligd, waarbij mr. P.M. Gunning als bestuurder was benoemd.
Op 19 april 2019 bevestigde mr. M.K. ter Horst, de advocaat van de verzoekster, dat er een minnelijke regeling was getroffen tussen de betrokken partijen. Dit leidde tot de conclusie dat het onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen beëindigd konden worden. Op 23 april 2019 bevestigden zowel mr. Gunning als Tim Peter van der Steur, de belanghebbende, dat zij instemden met de beëindiging van het onderzoek en de voorzieningen.
De Ondernemingskamer heeft, gezien de minnelijke regeling en het ontbreken van bezwaren, besloten het verzoek tot beëindiging van het onderzoek en de onmiddellijke voorzieningen in te willigen. De beschikking verklaart de beëindiging van het onderzoek en de onmiddellijke voorzieningen met ingang van de datum van de uitspraak. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en is gegeven door de voorzitter en de raadsheren van de Ondernemingskamer, met de griffier aanwezig tijdens de openbare terechtzitting.