ECLI:NL:GHAMS:2019:1606

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 april 2019
Publicatiedatum
13 mei 2019
Zaaknummer
200.230.494/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van onderzoek en voorzieningen in een ondernemingsrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 23 april 2019 een beschikking gegeven inzake de beëindiging van een onderzoek en onmiddellijke voorzieningen met betrekking tot de besloten vennootschap Sturio B.V. Verzoekster, Jacqueline Theodora de Jong, had eerder een verzoek ingediend voor een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Sturio B.V. Dit verzoek was eerder op 26 april 2018 ingewilligd, waarbij mr. P.M. Gunning als bestuurder was benoemd.

Op 19 april 2019 bevestigde mr. M.K. ter Horst, de advocaat van de verzoekster, dat er een minnelijke regeling was getroffen tussen de betrokken partijen. Dit leidde tot de conclusie dat het onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen beëindigd konden worden. Op 23 april 2019 bevestigden zowel mr. Gunning als Tim Peter van der Steur, de belanghebbende, dat zij instemden met de beëindiging van het onderzoek en de voorzieningen.

De Ondernemingskamer heeft, gezien de minnelijke regeling en het ontbreken van bezwaren, besloten het verzoek tot beëindiging van het onderzoek en de onmiddellijke voorzieningen in te willigen. De beschikking verklaart de beëindiging van het onderzoek en de onmiddellijke voorzieningen met ingang van de datum van de uitspraak. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en is gegeven door de voorzitter en de raadsheren van de Ondernemingskamer, met de griffier aanwezig tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

beschikking
_____________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.230.494/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 23 april 2019
inzake
Jacqueline Theodora DE JONG,
wonende te Bemmel,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. M.K. ter Horst, kantoorhoudende te Nijmegen,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STURIO B.V.,
gevestigd te Arnhem,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. W.A.J. Hagen, kantoorhoudende te Arnhem,
e n t e g e n
Tim Peter VAN DER STEUR,
wonende te Arnhem,
BELANGHEBBENDE,
in persoon verschenen.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Verzoekster, verweerster en belanghebbende worden hierna respectievelijk aangeduid met De Jong, Sturio en Van der Steur.
1.2 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking van 26 april 2018 in deze zaak. Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar Sturio over de periode vanaf 28 mei 2016 en bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van het geding – voor zover nodig in afwijking van de statuten – mr. P.M. Gunning te Arnhem (verder: mr. Gunning) tot bestuurder van Sturio benoemd.
1.3 Bij brief van 19 april 2019 heeft mr. Ter Horst namens alle partijen bevestigd dat tussen de betrokken partijen een minnelijke regeling is getroffen en dat de enquêteprocedure en de onmiddellijke voorzieningen beëindigd kunnen worden.
1.4 Bij e-mails aan de Ondernemingskamer van 23 april 2019 hebben mr. Gunning en Van der Steur bevestigd dat het onderzoek en de voorlopige voorzieningen kunnen worden beëindigd.

2.De gronden van de beslissing

Nu partijen een minnelijke regeling hebben getroffen, er geen bezwaren zijn ontvangen tegen het verzoek tot beëindiging van het onderzoek en opheffing van de getroffen onmiddellijke voorziening en de Ondernemingskamer voorts niet is gebleken van enig verzet dat zich tegen toewijzing van het verzoek verzet, zal de Ondernemingskamer het verzoek inwilligen aldus dat zij het bij de beschikking van 26 april 2018 bevolen onderzoek en de bij die beschikking getroffen onmiddellijke voorziening zal beëindigen, met ingang van heden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden het bij haar beschikking van 26 april 2018 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Sturio B.V.;
beëindigt met ingang van heden de bij haar beschikking van 26 april 2018 getroffen onmiddellijke voorziening;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, voorzitter, mr. A.W.H. Vink en mr. M.P. Nieuwe Weme, raadsheren, en prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA en dr. P.M. Verboom, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 23 april 2019.