Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
solid and compound steel) voor het gebruik in machines en productielijnen.
solid and compound steel liners and wear plates) voor metaalwalsen vervaardigt.
Letter of Intent(hierna: de LOI) en vervolgens op 20 juni 2001 een
Manufacturing Agreement(hierna: de overeenkomst) gesloten. Artikel 8.4 van de overeenkomst bevat onder meer een rechtskeuze voor Nederlands recht en een arbitrageclausule waarbij wordt verwezen naar de regels van het Nederlands Arbitrage Instituut (hierna: NAI).
Request for Arbitrationop 2 december 2013 een arbitrage procedure tegen Noži Ravne aanhangig gemaakt wegens schending van de LOI en de overeenkomst. De plaats van arbitrage was Amsterdam. Door partijen zijn vervolgens de volgende processtukken ingediend: op 9 april 2014 een
Statement of Claim and Document Production Requestdoor Asko, op 21 mei 2014 een
Statement of Defencedoor Noži Ravne, op 2 oktober 2015 een
Statement of Replydoor Asko en op 30 oktober 2015 een
Statement of Rejoinderdoor Noži Ravne. Nadere bewijsstukken (
additional exhibits) zijn op 3 december 2015 door Asko en op 11 december 2015 door Noži Ravne ingediend.
presentation violations.pdf(hierna: de presentatie) gestuurd met daarbij het volgende bericht:
a whole new exhibit”) en Asko met de indiening daarvan in strijd heeft gehandeld met
Procedural order no. 12.
3.Beoordeling
hearing,en het feit dat uit het vonnis noch uit de pleitnota van Noži Ravne blijkt dat na het tonen van de presentatie Noži Ravne nog steeds bezwaar had tegen de toelating daarvan of het scheidsgerecht om een termijn heeft verzocht om schriftelijk op de presentatie te mogen reageren, Noži Ravne er niet in is geslaagd te bewijzen dat de presentatie schending van een fundamenteel rechtsbeginsel oplevert waardoor het vonnis niet in stand kan blijven. Daarom is het beroep van Noži Ravne op de beginselen van fair play, de gelijkheid van partijen en hoor en wederhoor verworpen. Voor zover Noži Ravne zich op het standpunt heeft gesteld dat het scheidsgerecht de eigen regels heeft geschonden door de presentatie, die in haar ogen een nieuw schriftelijk processtuk was, toe te laten, heeft de rechtbank overwogen dat daarvan geen sprake was omdat de presentatie geen nieuw processtuk was maar slechts een ordening inhield van eerder gepresenteerde feiten en omstandigheden waaraan het verweer dat Noži Ravne in haar
rejoinerhad gevoerd, was toegevoegd
.Het enkele feit dat het scheidsgerecht de toelating van de presentatie in het vonnis zelf niet heeft gemotiveerd, kan volgens de rechtbank niet tot vernietiging leiden omdat het scheidsgerecht de presentatie tijdens de
hearing, nadat daarover was gediscussieerd, heeft toegelaten en Noži Ravne daartegen geen bezwaar heeft gemaakt en evenmin om een nadere motivering van die beslissing heeft verzocht. Het scheidsgerecht is volgens de rechtbank niet buiten zijn opdracht getreden omdat het niet meer of anders heeft toegewezen dan gevorderd. Ten aanzien van de wettelijke handelsrente is de rechtbank van oordeel dat zelfs indien de toewijzing daarvan in strijd zou zijn met dwingend recht, dit niet tot vernietiging van het vonnis leidt omdat het bepaalde in de artikelen 6:119 en 6:119a BW in een zaak als de onderhavige niet een zo fundamenteel karakter heeft dat niet naleving daarvan strijd met de openbare orde oplevert.
Substaniationen
Rebuttal of Defences) en het in kleur groeperen van citaten. De kolom
Substaniationbevat volgens Noži Ravne voor het eerst de noodzakelijke feitelijke onderbouwing en substantiëring van de door Asko gestelde inbreuken. De kolom
Rebuttal of Defencesbevat het integrale weerwoord van Asko op het door Noži Ravne in de
statement of rejoinergevoerde verweer en was daarmee volgens Noži Ravne een triptiek, een derde conclusie, en geen pleitnota. Met de kleurgroepering werd voor het eerst duidelijk welke citaten volgens Asko alleen of tezamen genomen ter toelichting dienen van een inbreuk waardoor contractuele boetes zijn verbeurd. Vanwege deze cruciale en omvangrijke inhoud, had Noži Ravne, zoals door haar verzocht, in de gelegenheid gesteld moeten worden om daarop schriftelijk te reageren, temeer omdat de
statement of rejoinerreeds op 30 oktober 2015 door Noži Ravne genomen was en Asko haar reactie op het verweer veel eerder in het geding had kunnen brengen dan drie dagen voorafgaand aan de
hearing.
Statement of Claimeen
Overview of Evidencemet als subtitel
Minimum penalties incurred under the LOI and Manufacturiung Agreementingediend waaruit blijkt welke onderdelen van welk bewijs om welke redenen hoeveel keer het verbeuren van boetes opleveren en waarin de totale boete wordt berekend op € 13.950.000,-. Asko heeft gesteld dat Noži Ravne had verzuimd om in haar
Statement of Defencegedetailleerd en specifiek op de gestelde overtredingen te reageren en dat zij bij
Statement of Replyeen geactualiseerd
Supplemental Overview Iheeft ingediend. Door middel van bijlage
R6heeft Noži Ravne bij
Statement of Rejoinervoor het eerst gereageerd op Asko’s overzicht van incidenten. Asko heeft gesteld dat zij ten behoeve van een efficiënte behandeling ter zitting van het scheidsgerecht ervoor heeft gekozen om de inhoud van het
Supplemental Overview I(in een eerste kolom) en van Bijlage
R6(in een derde kolom) met een beperkte herschikking in één document samen te voegen en daaraan per boete-incident de inhoud van het betreffende deel van haar pleidooi (in een tweede en vierde kolom) toe te voegen. Volgens Asko is voorafgaand aan de
hearinghet bezwaar van Noži Ravne tegen de presentatie besproken en heeft het scheidsgerecht die bezwaren verworpen. Vervolgens is overeenkomstig de kolommen 2 en 4 gepleit, heeft Noži Ravne op alles voldoende gereageerd en kunnen reageren en heeft Noži Ravne daarna het scheidsgerecht niet verzocht om een aanhouding van de zaak voor het nemen van een nader conclusie.
hearingaan de hand van de presentatie mochten pleiten, daarom geen strijd met de openbare orde oplevert. Ter toelichting dient het volgende. Omdat de kern van de procedure tussen Asko en Noži Ravne betrekking had op overtreding door werknemers van Noži Ravne van de
Secrecy and Non-diclosureclausule van de overeenkomst en de daardoor verbeurde boetes, was te voorzien dat de overtredingen die Asko aan haar vordering ten grondslag had gelegd tijdens de
hearingbesproken zouden gaan worden. De
hearingheeft tot doel om partijen in de gelegenheid te stellen hun standpunten naar voren te brengen en daarmee hun recht op een oral hearing te waarborgen. Dit betekent dat Asko het pleidooi mocht gebruiken om te reageren op specifieke, op de boete-incidenten betrekking hebbende verweren van Noži Ravne zoals zij die voor het eerst in de
Statement of Rejoinerhad gevoerd. Het stond Asko vrij om ter ondersteuning van haar pleidooi en het efficiënte verloop daarvan, een presentatie te maken waarin, gespecificeerd per boete-incident, het reeds gevoerde debat tussen partijen in de eerste en derde kolom werd weergegeven en tevens dat wat zij ter gelegenheid van het pleidooi daaraan in de tweede en vierde kolom wenste toe te voegen. De goede procesorde verplichtte Asko niet haar presentatie ten behoeve van het pleidooi eerder aan Noži Ravne te sturen dan - zoals zij heeft gedaan - tegelijkertijd met de toezending daarvan aan het scheidsgerecht ter voorbereiding van de technische ondersteuning van de presentatie. Dit alles zou slechts anders zijn geweest in het geval van nieuwe feiten of stellingen waarmee Asko haar vordering op een veel eerder moment in de procedure had kunnen en moeten substantiëren. Dat de kolommen 2 en 4 dergelijke essentiële nieuwe feiten of stellingen bevatten, volgt onvoldoende uit de stellingen van Noži Ravne. Het aantal pagina’s van de presentatie noch het tijdstip waarop Noži Ravne die ontving, leiden tot een ander oordeel. Daar komt bij dat Noži Ravne niet heeft gesteld en evenmin feitelijk heeft onderbouwd welk specifiek verweer zij niet heeft kunnen voeren maar wel gevoerd zou hebben indien het scheidsgerecht haar daarvoor nog de gelegenheid zou hebben gegeven. Dat Noži Ravne tijdens
de hearingin voldoende mate in staat is geweest op het pleidooi van Asko zoals dat in de kolommen 2 en 4 van de presentatie tot uitdrukking kwam te reageren, blijkt overigens ook uit de in rov. 2.6 van dit arrest weergegeven alinea 55 van het vonnis van het scheidsgerecht. Dit betekent dat grieven 1 en 2 falen.
Procedural Order, die geen nadere motivering behoeft.
hearingvoorafging Procedural Order no. 13 (zie rov. 2.5) uitgevaardigd en daarin toegelicht wat de verdere gang van zaken tijdens de
hearingzal zijn. Tijdens de
hearingis, kennelijk na een nadere toelichting door partijen, beslist de presentatie toe te laten. Dat die procedurele beslissing in het arbitrale vonnis niet meer nader is gemotiveerd, is gelet op de verdere gang van zaken tijdens de
hearingniet aan te merken als een zodanig wezenlijk motiveringsgebrek dat kan worden gezegd dat het arbitrale vonnis niet met redenen is omkleed als bedoeld in artikel 1065 Rv.
liners and wear platesterwijl de reikwijdte van de arbitrageovereenkomst daartoe wel beperkt is omdat de overeenkomst - waarvan het arbitrale beding deel uitmaakt – alleen daarop betrekking heeft en niet ook op industriële messen. Asko heeft het uitgangspunt dat aan grief 4 ten grondslag ligt bestreden en betoogd dat de opdracht aan het scheidsgerecht niet bepaald wordt door de arbitrageovereenkomst maar door de eis van haar als
claimantwaartegen Noži Ravne in de arbitrageprocedure geen bevoegdheidsincident heeft opgeworpen met een beroep op de - in haar ogen tot
liners ans wear platesbeperkte - reikwijdte van de arbitrageclausule.