Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vordering van het openbaar ministerie
Vrijspraak
BESLISSING
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor witwassen, maar heeft hoger beroep ingesteld. De tenlastelegging betrof het verwerven en voorhanden hebben van een geldbedrag van € 19.230 en een Rolex horloge, waarvan werd aangenomen dat deze afkomstig waren uit een misdrijf. Tijdens de zitting in hoger beroep op 4 februari 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die dezelfde straf als door de rechtbank had opgelegd, maar het hof kwam tot een andere conclusie.
Het hof oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan witwassen. De verdachte had verklaard dat hij het geld had geleend van een vriend om cadeaus te kopen voor de bruiloft van zijn zoon in Duitsland. Deze verklaring werd ondersteund door een schriftelijke verklaring van de vriend, die ook verklaarde dat het geld afkomstig was van de verkoop van een woning in Turkije. Het hof concludeerde dat het openbaar ministerie had nagelaten om deze verklaringen te verifiëren, waardoor niet bewezen kon worden dat het geld van misdrijf afkomstig was.
Wat betreft het horloge, dat de verdachte 10 tot 15 jaar geleden cadeau had gekregen, oordeelde het hof dat de verklaring van de verdachte niet onaannemelijk was. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. De in beslag genomen voorwerpen werden aan de verdachte teruggegeven. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak voor het openbaar ministerie om verklaringen van verdachten en getuigen te toetsen.